Het beheer van het kerkgebouw was in handen van kapelmeesters, die daarvoor de beschikking hadden over grond en cijnzen. De kapelmeesters, meestal twee in getal, vertegenwoordigden de dorpsgemeenschap, aan wie ze ook rekening en verantwoording moesten afleggen.
De kapelmeesters hadden ook het toezicht op de koster (4).
Ze kregen in 1482 een cijns om de godslamp in de kapel brandend te houden (5). Dit is een aanwijzing dat hun taak verder reikte dan het beheer van het gebouw alleen.
In 1462 kregen de kapelmeesters opdracht een pacht te verdelen onder de armen van Den Dungen (6). Hieruit blijkt dat ze tevens een taak hadden op het gebied van de armenzorg. Enige decennia later blijkt deze taak overgegaan te zijn op de Heilige-Geest -of armmeesters.
Bij de eerste vermelding in 1484 blijken de Heilige-Geestmeesters dezelfden te zijn als de kapelmeesters van twee jaar tevoren (7). Het aanstellen en afleggen van rekening en verantwoording geschiedde op dezelfde wijze als van de kapelmeesters.
noten
1) Algemeen Rijksarchief Brussel. Rekenkamer, 45063, f. 123v
2) Rijksarchief in Noord-Brabant 's-Hertogenbosch, R 1240, f.208v
3) R.A.N.B. 's-Hertogenbosch, R 1238, f.29
4) R.A.N.B. 's-Hertogenbosch, R 1244, f.269 (12 november 1474)
5) R.A.N.B. 's-Hertogenbosch, R 1251, f.171v
6) R.A.N.B. 's-Hertogenbosch, R 1232, f.136v
7) R.A.N.B. 's-Hertogenbosch, R 1451, f.171v en R 1453 f.127
Voor uitgebreid historisch en wetenschappelijk onderzoek naar bouw en ouderdom van de Dungense kerk (en kapel) zie het heemkundig tijdschrift "Dungense Historiën" en dan Jaargang 4 (2010), afl. 12 (p. 34-61) (PDF; 4,03 MB, via website BHIC) het Sint-Jacobskerknummer.
De Dungense kerk werd genaast door de overheid en werd gebruikt voor de diensten van de Nederduits Gereformeerde kerk. In de pastorie kwam de dominee te wonen (4). Kerk- en armmeesters moesten voortaan verantwoording afleggen aan de protestantse overheid.
In de Staatse gebieden werd de Nederduits-Gereformeerde kerk de enig toegestane godsdienst, het katholieke geloof mocht er niet beleden worden.
Den Dungen werd een pastoor armer en een dominee rijker: die nam nu de oude kerk in gebruik. Tot ongeveer 1700 moest het katholieke geloof met grote omzichtigheid en in het geheim beleden worden. Rondtrekkende priesters en kloosterlingen improviseerden de bediening.
Noten
1) Analecta Gijsberti Coeverincx, pars I, bewerkt door Fr.G. van den Elsen en Fr.W.Hoevenaars, ('s-Hertogenbosch) 1907, p.254
2) P. Goulmy, De parochie van Den Dungen en hare kerk 1569-1926 z.p.,z.j., p. 17
3) Algemeen Rijksarchief 's-Gravenhage, Staten-Generaal, klapper 3721
4) De pastorie stond in de Litsestraat. L.van Minderhout Zes eeuwen Den Dungen, Den Dungen, 1975, p.75
Over de schuurkerkperiode 1648 begin achttiende eeuw is weinig bekend.
Zeker is dat in 1717 een huis in de Paterstraat (3) als schuurkerk gebruikt werd (4). In 1727 werd dit huis door de toenmalige pastoor G. Schuurmans aangekocht. Halverwege de 18e eeuw kwam het in handen van pastoor W. Vervorst (5), wiens erfgenamen het in 1782 verkochten aan de R.K. parochies.
Deze schuurkerk werd in 1790 geheel verbouwd (7). Ondanks de grote veranderingen op staatkundig gebied rond 1800 bleef dit gebouw bij de Dungense katholieken in gebruik tot 1821 (8).
De komst van de Fransen had er voor gezorgd dat de katholieken weer meer vrijheid van godsdienst kregen. Het oude kerkgebouw werd hun teruggegeven op 5 december 1807 door koning Lodewijk Napoleon, die zijn belofte een aandeel te leveren in de nodige reparaties niet na kwam (9). Pas in 1821 werd de oude kerk weer voor het eerst gebruikt voor de Rooms-katholieke eredienst.
Noten
1) L.H.Ch. Schutjes: "Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch", Sint Michielsgestel, 1872, deel 3, p.516-518 e.v.
2) Zie bijlage 2 en 3
3) In de 18e eeuw werd deze straat "Lange Griensvensche straat" genoemd. Tegen het einde van die eeuw komt de naam Paterstraat in gebruik. Kerkarchief Den Dungen (K.A.D.D.) 116, L. van Minderhout, Zes eeuwen Den Dungen, p.16. Vlg. Schutjes, III, p. 514. Mommers, p. 15. Zie de inleiding van de bijlagen.
4) R.A.N.B. ben Dungen, D.T.B. 9
5) K.A.D.D. 105
6) K.A.D.D. 117
7) K.A.D.D. 121 en 122
8) K.A.D.D. 4, p. 5
9) K.A.D.D. 44, binnenkant kaft en p. 18
Het herstel van de kerkelijke hiërarchie in 1853 veroorzaakte een grote bloei in het R.K. kerkelijk leven, die ruim honderd jaar stand hield. Het oude kerkbestuur werd het jaar daarop opgeheven, en tegelijkertijd werd een nieuw bestuur in het leven geroepen (3).
Het R.K. armbestuur van Den Dungen kreeg een vaste structuur bij de oprichtingsakte van 1857 (4). In dat jaar schonk X. Smits twee percelen grond aan deze instelling. Kerk- en armbestuur werden voorgezeten door de pastoor. De aanstelling van nieuwe leden was in handen van de bisschop, op voordracht van de zittende leden. Beide instellingen hadden de beschikking over eigen goederen.
In 1869 vond de oprichting plaats van de R.K. Kleuter- en meisjesschool (5), waarvan het kerkbestuur tevens als schoolbestuur ging fungeren. Het onderwijs werd verzorgd door de Zusters van Liefde, die vanuit Schijndel in 1869 het in Den Dungen gebouwde klooster betrokken (6).
Noten
1) K.A.D.D. 4, p. 34
2) K.A.D.D. 15 en 93
3) K.A.D.D. 105
4) K.A.D.D. 338
5) In ieder geval vanaf het begin van de 17e eeuw werd onderwijs gegeven in Den Dungen. De benoeming van de schoolmeesters geschiedde vanaf 1648 door de overheid, die alleen Nederduits Gereformeerden daarvoor in aanmerking liet komen. Deze voorwaarde waaraan onderwijzend personeel moest voldoen, verdween rond 1800. Van Minderhout, Zes eeuwen Den Dungen, p. 69.
Den Dungen een dorp in de Meierij, z.pl., z.j.,p. 27-31.
6) K.A.D.D. 319
Bron: De parochiekerk en haar bouwgeschiedenis, p. 5.
Kerkelijke broederschappen schoten vanaf het midden van de negentiende eeuw als paddenstoelen uit de grond. Het waren verenigingen van leken onder kerkelijke leiding die een bepaalde heilige vereerden of een religieus of ethisch doel nastreefden. *
Deze structuur bleef vrijwel onveranderd voortbestaan tot de zestiger jaren van de 20e eeuw. De ontkerkelijking nam vanaf die tijd toe, met als gevolg een verslapping van de kerkelijke greep op het maatschappelijke leven.
In parochievergaderingen werd nu ook de mening van de parochianen gevraagd. *
Ze konden voortaan kandidaten voor de post van kerkmeester voordragen. Ook voor vrouwen lag de weg tot kerkmeester open. * Ook de dubbelfunctie kerk - schoolbestuur verdween. In 1971 trad het kerkbestuur terug. * Rond dezelfde tijd gaven de zusters het onderwijs over aan leken. *
Door de voortschrijding van de sociale wetgeving werd het armbestuur overbodig. De plannen tot opheffing van deze instelling zijn ontstaan in 1961 en werden in 1982 uitgevoerd. * De broederschappen verdwenen geruisloos van het kerkelijk toneel. *
Per 1 januari 2013 is de parochie gefuseerd. Voor de 4 parochies te weten “Sint Servatius Schijndel”, “Heilige Jacobus de Meerdere” in Den Dungen, “Sint Lambertus” in Gemonde en de “Heilige Michaël” in Sint Michielsgestel betekent dit dat deze parochies juridisch, en wel van rechtswege op houden te bestaan en opgaan in de nieuw op te richten parochie "Heilige Michaël", en gaan alle rechten en verplichtingen en bezittingen en schulden automatisch, immers van rechtswege over van de oude parochies op de nieuwe parochie "Heilige Michaël". De pastoor van de nieuwe parochie wordt de zeereerwaarde heer Frank M. As. Tevens heeft het bisdom besloten om in Schijndel/Wijbosch 3 kerken aan de eredienst te onttrekken. De onttrekking van de drie kerken aan de eredienst zal plaatshebben op 30 juni 2013, ingebruikneming als hoofdkerk van de Heilige Servatius zal in september 2013 gebeuren
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.