De inbreng van het geslacht Bloeymans in het bestanddeel van het geslacht Van Grevenbroeck, berust zowel op faktoren die aan term familiearchief als op de faktoren die aan de term huisarchief ten grondslag liggen. Beide geslachten hebben gewoond op het kasteel "Zwijnsbergen", terwijl ze daarnaast door het huwelijk van Johanna Bloeymans met Jhr. Erasmus van Grevenbroeck met elkaar verbonden waren. Door verkoop van het kasteel "Zwijnsbergen" aan Antoni Martini, in 1718, gingen de eerder genoemde archiefbescheiden over naar het geslacht Martini. Mr. H.B. Martini verkocht het kasteel weer in 1730. Vermoedelijk ontfermde hij zich toentertijd over de in dit archief aangetroffen archivalia, afkomstig van de bovengenoemde geslachten, mede ten behoeve van zijn administratie over de goederen die niet waren overgegaan bij de verkoop van het kasteel. De collectie breidde zich in de daarop volgende decennia gestadig uit. Via familiebanden werden ook de archivalia betreffende de geslachten De Grande, Van den Steen en Roosendael verworven. Door het huwelijk van Mr. F.A. de Jonge met A.M.E. Martini, alsmede door zijn bemoeienissen en die van zijn zoon Jhr Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen, met het beheer van het goederencomplex van zijn schoonouders, viel dit archief van het geslacht Martini, toe aan het geslacht De Jonge. In 1820 kocht Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge het kasteel "Zwijnsbergen", waardoor diverse archivalia weer op hun oorspronkelijke ontstaansgrond terugkeerden. Puur toeval, maar toch enigszins verwarrend.
Alle overige archivalia, afkomstig van andere families, uitgezonderd de stukken betreffende H. Verzijl, zijn via familierelatie in dit archief gekomen. * De stukken betreffende H. Verzijl zijn vermoedelijk na diens dood in 1881 achtergebleven bij de familie De Jonge van Zwijnsbergen, waar hij als particulier onderwijzer in dienst was.
Bij zijn vertrek van kasteel "Zwijnsbergen" na de verkoop op 14 november 1905, heeft Jhr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen het archief, voorzover het niet als retroacta bij de verkoop behoorde, vermoedelijk overgebracht naar zijn nieuwe woning. Na zijn overlijden heeft Jhr. D. L.W. de Jonge van Zwijnsbergen het archief kennelijk in bezit gekregen, aangezien het archief uiteindelijk werd aandetroffen in dp woning van zijn weduwe, Mevr. E.W. de Jonge van Zwijnsbergen-Breda van Kelckhoven. Zij woonde in het huis "Het oude Nest" te Helvoirt. Na haar overlijden werd het archief met goedvinden van de nieuwe eigenaar Jhr. Mr. E.W. de Jonge, overgebracht naar het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch en aldaar in voorlopige bewaring genomen.
De laatst toegevoegde stukken uit het archief dateren van omstreeks 1930. Of het archief terzelfder tijd reeds in "Het oude Nest" bewaard werd, is niet bekend. Wel rijst het vermoeden dat er vanaf die datum nog nauwelijks zorg is besteed aan het archief, gelet op de desolate toestand waarin het archief verkeert. "Redding" bleek voor meerdere stukken dan ook niet meer mogelijk. Gedurende een periode van ongeveer een jaar heeft het archief te drogen gelegen op de zolders van het Rijksarchief, waarna met de inventarisatie werd begonnen.