De gegevens over Cornelis Roffelsen zijn schaars. Het onderstaande is hoofdzakelijk gebaseerd op gesprekken die met familieleden en oud-medewerkers zijn gevoerd.
Cornelis Roffelsen werd op 5 juni 1889 te Gemert geboren, als zoon van Johannes Roffelsen en Johanna Frankevort. Johannes Roffelsen was uit Drenthe afkomstig en hoogstwaarschijnlijk als "brigadier te voet" in dienst van de Koninklijke Marechaussee naar Noord-Brabant overgeplaatst. Na zijn diensttijd vestigde Johannes Roffelsen zich te Gemert, waar hij als banketbakker begon. Na de geboorte van Cornelis, verhuisde het gezin naar Helmond. In deze stad groeide Cornelis op en volgde er de lagere school. Zijn ouders wilden hem vervolgens niet naar de H.B.S. sturen, maar lieten hem een vak leren. Zodoende kwam hij als leerjongen in dienst bij een timmerman. Tijdens deze periode bleek al snel dat hij over talent voor tekenen beschikte. Door praktisch werk in het ambacht kon dit verder ontwikkeld worden. Na ambachtelijke ervaring te hebben opgedaan, werkte hij van 1910 tot 1912 als stagiaire bij een architect in Amsterdam. Over deze stage en de jaren tot 1916 is verder niets bekend.
Het bureau heeft twee moeilijke perioden gekend, nl. de depressie van de dertiger jaren en de tweede wereldoorlog. get bureau ondervond hier de weerslag van en verwierf toen weinig opdrachten. Blijkens enige archiefbescheiden heeft Roffelsen toen in zijn onderhoud voorzien door als deskundige in onteigeningskwesties taxaties te verrichten. *
• een afwisselend gebruik van baksteen en natuursteen;
• de ronde bogen boven de deuren en ramen;
• de zadeldaken en trapgevels;
• de bordestrappen;
• het smeedijzeren sierwerk aan de gevels;
• de vensterluiken.
Tijdens de feitelijke bouw roept de architect regelmatig de aannemer en de installateurs bijeen. In deze bouwvergaderingen bespreekt hij de gerezen problemen en tracht ze in overleg met de betrokkenen op te lossen. De architect oefent meestal door middel van een opzichter toezicht uit op de werkzaamheden. Deze laatste levert elke week rapporten in, de weekstaten, aan de hand waarvan de architect de vorderingen op het werk kan controleren. Deze controle is van belang voor de afrekening, die conform de bestekbepalingen in een aantal termijnen is gespreid. Zodra een gedeelte van de bouw is gereed gekomen en afgetekend, moet de opdrachtgever een termijn betalen. Een voltooid gebouw wordt tenslotte twee keer opgeleverd. Tussen de eerste en de tweede oplevering ligt een periode van drie maanden, waarbinnen eventuele gebreken op kosten ven de aannemer moeten worden hersteld.
De architect werkt ten behoeve van de opdrachtgever, zowel wat betreft het ontwerpen als het feitelijk bouwen van een project. De positie van de architect is dan ook duidelijk bepaald. Hij vertegenwoordigt de opdrachtgever tegenover de aannemers en andere betrokkenen tijdens de bouw.
Het architectenbureau Roffelsen was een klein zelfstandig bedrijf met ten hoogste 4 à 5 medewerkers in vaste dienst. Het bureau was aan huis gevestigd, terwijl de zolder als kantoor was ingericht.
Alleen in de beginperiode heeft Roffelsen actief naar opdrachten gezocht. Al snel verwierf hij een goede naam met zijn werk. Deze bekendheid leverde hem vanzelf nieuwe opdrachten op. Op den duur had hij een vaste kring van opdrachtgevers die telkens met nieuwe opdrachten kwamen. Een stringente taakverdeling heeft het bureau nooit gekend. Roffelsen bemoeide zich met alle fasen van de werkzaamheden. Zo liep hij alle bouwwerken af, maakte schetstekeningen, controleerde de bouwtekeningen van de medewerkers en voerde de administratie. Dit had tot gevolg dat de bouw van een project door Roffelsen veel tijd in beslag nam. Pas toen Roffelsen op zijn bureau over meerdere medewerkers kon beschikken, liet hij de bouwtekeningen door hen uitwerken.
De architect speelt een belangrijke rol bij het realiseren van een project. Vanaf de eerste schetstekening tot aan de definitieve oplevering van een gebouw verricht hij een groot aantal werkzaamheden. Hierin zijn een aantal fasen te onderscheiden. Deze worden hier beschreven, omdat de stukken die in het archief worden aangetroffen hiervan de schriftelijke neerslag zijn.
Een project kan ontstaan doordat een architect zelf een plan maakt en hiervoor een gegadigde weet te vinden. In de meeste gevallen komen de opdrachtgevers echter met een plan naar de architect. Na een inleidend gesprek stelt de architect dan een besprekingsplan op en maakt hij een kostenraming van de bouw. Vervolgens tekent de architect een schetsontwerp. Nadat het schetsontwerp is goedgekeurd, wordt het naar de welstandscommissie gestuurd. In deze commissie heeft een aantal deskundigen op het gebied van de bouwkunde zitting. De leden van de commissie bestuderen het schetsontwerp, waarbij ze de esthetische kwaliteiten van het gebouw beoordelen. Zo zien ze er op toe dat de gevelontwerpen van een gebouw het straatbeeld niet verstoren. De bevindingen van de commissie worden in een advies vastgelegd. Het schetsontwerp gaat vervolgens met het advies naar de gemeente, waar de afdeling ruimtelijke ordening het toetst aan het gemeentelijke bestemmingsplan.
hoofdstuk staan de verplichtingen van de architect, de aannemer en de opdrachtgever vermeld. In de overige hoofdstukken vinden we respectievelijk de technische en administratieve bepalingen en de bouwvoorschriften.
Nadat het bestek op schrift is gesteld, wordt een aannemer voor de bouw van het project aangetrokken. Dit kan geschieden door:
1. Een openbare aanbesteding, waarbij de aannemers naar aanleiding van een advertentie met een aanbod komen. De aannemer met het laagste aanbod krijgt de opdracht;
2. Een uitnodiging, waarbij de architect uit een aantal aanbiedingen een aannemer kiest;
3. Onderhands, waarbij de architect het werk aan een hem bekende aannemer geeft.
In de andere gebouwen heeft Roffelsen minder sterk de traditionele stijl toegepast. De persoonlijke invloed overheerste hier, met als kenmerkende elementen:
• de houten daklijsten en raamkozijnen;
• het siermetselwerk;
• het kruisraamwerk met kleine roeden;
• de geglazuurde dakpannen;
• de natuurstenen decoraties.
De door hem gebruikte materialen gaven zijn bouwwerken een degelijk karakter. In de vijftiger jaren maakte zijn werk in vergelijking met dat van andere architecten een ouderwetse indruk.
De woningen maakten, het belangrijkste gedeelte van zijn werk uit. Vooral voor luxe woningen ontving hij veel opdrachten, met name van het type "twee onder een kap." Hoewel Roffelsen ook goedkope woningen heeft gebouwd, behoorden de luxe woningen tot zijn specialiteit.
Wat de bedrijfsgebouwen betreft, heeft Roffelsen voornamelijk boerderijen gebouwd. De overheid, die in het kader van de wederopbouw vele werkzaamheden liet uitvoeren, was in de periode 1945 - 1950 zijn grootste opdrachtgever hiervoor.