skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Archieven

2029 Th. Goossens, 1898-1970

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Levensloop van mgr. prof. dr. Th.J.A.J. Goossens
2029 Th. Goossens, 1898-1970
Inleiding
Levensloop van mgr. prof. dr. Th.J.A.J. Goossens
Thomas Johannes Adrianus Josephus Goossens werd op 8 februari 1882 in 's-Hertogenbosch geboren als zoon van de beeldhouwer Antonius Adrianus Goossens en Helena Maria van Bokhoven.
Aan het Klein-Seminarie te Sint Michielsgestel deed hij zijn humanoria en op het Groot-Seminarie te Haaren studeerde hij filosofie en theologie. Op 25 mei 1907 werd hij in de Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch tot priester gewijd. Na ondertussen in 1903 het staatsexamen-gymnasium in Utrecht te hebben gehaald, ging hij in september 1907 Nederlandse Letteren aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam studeren, met als hoofdvak vaderlandse geschiedenis.
Toen hij zijn studie beëindigd had werd hij in juni 1914 benoemd tot leraar geschiedenis en Nederlands aan het Klein-Seminarie te Sint Michielsgestel.
In 1917 promoveerde hij cum laude bij prof. H. Brugmans op het proefschrift "Franciscus Sonnius in de pamfletten; bijdragen tot zijne biografie". Hierin heeft Goossens een bijdrage geleverd aan de geschiedenis van de contra-reformatie in de Nederlanden.
In 1921 verhuisde Goossens van Sint Michielsgestel naar Tilburg. Daar werd hij een belangrijke figuur op het gebied van het katholiek onderwijs en hij leverde op dit terrein een belangrijke bijdrage tot de emancipatie van de katholieken in Nederland. Op 1 januari 1921 werd Goossens rector en leraar geschiedenis van de R.K. Leergangen te Tilburg. Bij zijn installatie rede sprak hij de hoop uit dat onder zijn rectoraat de R.K. Leergangen de grote opgaven zouden kunnen volbrengen die zij voor katholiek Nederland te verwezenlijken hadden.
Zijn taken waren het herstel van de relatie tussen bestuur en docenten, herorganisatie van de cursussen en het beheer van de financiën. Goossens had een groot organisatietalent en hij bleek een goed financier te zijn. Hij was een hard werker, had een groot plichtsbesef en hij wenste dit ook van docenten en studenten.
De lijfspreuk van bisschop Franciscus Sonnius (eerste bisschop van 's-Hertogenbosch en onderwerp van de dissertatie van Goossens) "sine onere nihil" (zonder moeite wordt niets bereikt) heeft hij waarschijnlijk altijd voor ogen gehouden. Intussen waren er door het curatorium van de R.K. Leergangen voorbereidingen getroffen om een R.K. Handelshogeschool op te richten. Op 21 januari 1920 had de "Commissie van voorlichting inzake de stichting eener R.K. Universiteit" in haar rapport aan het Episcopaat aanbevolen in Nijmegen een universiteit te stichten (dit ge¬beurde in 1923) en in Tilburg een handelshogeschool. Begin maart 1924 kreeg het curatorium van het Episcopaat dan ook de opdracht een handelshogeschool op de richten. De voorbereiding vergde veel tijd omdat er overleg moest plaats vinden met het curatorium van de R.K. Universiteit in Nijmegen. Dit curatorium wilde dat er in Nijmegen een faculteit voor de handelswetenschappen zou komen i.p.v. een R.K. Handelshogeschool te Tilburg. Het Episcopaat gaf echter de voorkeur aan een R.K. Handelshogeschool in Tilburg. Het resultaat was dat in september 1927 de R.K. Handelshogeschool geopend kon worden. Het doel van de Hogeschool was: "aan studeerenden een grondige studievorming te geven volgens den geest der Roomsch-Katholieke Kerk, meer bijzonder hen in de gelegenheid te stellen hoger onderwijs te genieten in handels- en daaraan verwante wetenschappen." 1
In 1932 werd de naam R.K. Handelshoogeschool vervangen door R.K. Hoogeschool voor economische en sociale wetenschappen. In 1938 werd de naam weer veranderd in Katholieke Economische Hogeschool. Goossens werd in 1927 benoemd tot hoogleraar in de economische geschiedenis van de Middeleeuwen en van de Nieuwe Tijd. Tot 1947 was hij hoogleraar van de Hogeschool.
Van 1927 tot en met 1930, van 1934 tot en met 1935 en van september 1940 tot en met april 1941 was hij rector magnificus van de Hoge¬school. Als rector moest hij de Hogeschool naar buiten vertegenwoordigen.
In 1930 werd hij benoemd tot beheerder van de Hogeschool, waarbij hij als taak had de rector in geval van verhindering te vervangen, de zorg voor de dagelijkse gang van zaken, toezicht op het gebruik van de lokalen en de gebouwen en de aankoop van boeken en leer¬middelen. Ook moest hij als beheerder de begroting bewaken en toe¬zicht houden op het administratief en technisch personeel.
Tevens was Goossens lid van de Senaat van de Hogeschool en officieel bibliothecaris van de Leergangen. Tot 1951 voerde hij het beheer over de bibliotheek van de Hogeschool.
Gedurende de tweede wereldoorlog namen de Duitsers maatregelen tegen het confessionele onderwijs in Nederland. Daarom moest Goossens in 1941 als rector magnificus van de Hogeschool en als rector van de R.K. Leergangen aftreden, wel werd hij benoemd tot administrateur van de R.K. Leergangen. In de zomer van 1942 werd hij gegijzeld in het Groot-Seminarie in Haaren. Hij werd in september 1942 weer uit het gijzelaarskamp ontslagen en hij zette zijn werk voort.
In 1956 moest Goossens vanwege gezondheidredenen ontslag nemen bij de R.K. Leergangen en de Katholieke Economische Hogeschool. Hij nam toen ook ontslag als Bisschoppelijk Inspecteur van het R.K. Hoger en Middelbaar Onderwijs en van het Katholiek Handelsonderwijs, in 1921 was hij hiertoe benoemd.
Naast zijn op het onderwijs gerichte activiteiten heeft Goossens een belangrijke rol gespeeld op het terrein van de kerkgeschiedenis met name gericht op het Bisdom van 's-Hertogenbosch.
In 1917 nam hij het initiatief tot oprichting van de "Bossche Bijdragen", een tijdschrift voor de geschiedenis van het Bisdom. Goossens was tot aan zijn dood secretaris van de redactie van dit tijdschrift.
Dankzij hulp van de Leergangen kon hij in 1921 met dr. H. Huybers en dr. J. Witlox het "Historisch Tijdschrift" oprichten. Dit tijdschrift heeft in de loop der jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de vaderlandse historiografie.
Tevens is Goossens directeur geweest van het Bisschoppelijk Museum van het Bisdom 's-Hertogenbosch en van het Nederlands Volkenkundig Missiecentrum in Tilburg.

Als beloning voor al zijn verdiensten werd hij in 1928 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, in 1929 tot Geheim Kamerheer van Z.H. de Paus en in 1946 tot Huisprelaat van Z.H. de Paus. In 1952 mocht hij van het gemeentebestuur van 's-Hertogenbosch een zilveren erepenning van die stad ontvangen en van de stad Tilburg een zilveren eremedaille.
Op 9 december 1970 is Goossens te 's-Hertogenbosch overleden.
Het archief
Literatuur

Kenmerken

Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch