Oeffelt behoorde oorspronkelijk tot het Nederambt van Cuijk, doch moet daarna aan de heren van Gennep afgestaan zijn. Aanvankelijk kon men van de vonnissen van deze schepenbank in hoger beroep komen bij de hoofdbank van Cuijk, maar later werd het Hof van Kleef de beroepsinstantie. Nog later werd Oeffelt door de heren van Gennep aan de hertog van Kleef afgestaan, en als deel van dat hertogdom kwam het in 1612 aan de Keurvorst van Brandenburg (later Koning van Pruisen) die het tot het einde van achttiende eeuw bezeten heeft.
In 1794 werd Oeffelt door de Fransen bezet. Oeffelt behoorde tot de gecedeerde landen die door de Fransen aan de Bataafse Republiek werden overgedragen. Het werd in 1801 door de daarvoor aangewezen commissaris in bezit genomen en onder onder voorlopig bestuur geplaatst. In 1805 werd het bij het departement Brabant. De officiële overdracht van Oeffelt aan het koninkrijk Holland volgde pas in 1807.

De vroegere ambten Gennep-Ottersum en Gennep-Oeffelt vormden in 1612, toen Kleef aan de Keurvorst van Brandenburg kwam, samen één ambt dat Gennep en Ottersum (Limburg) en Oeffelt bevatte, met één schepenbank. Bij de bestuursorganisatie van 1753 werd het gesplitst in de ambten Ottersum en Oeffelt, behorende onder het Landgericht van Kleef. Waarschijnlijk is hierbij slechts een oud gebruik gesanctioneerd, want in 1719, zo niet vroeger, wordt van de schepenbank van Oeffelt gesproken. Oudere stukken bevinden zich nog waarschijnlijk in Gennep en/of Kleef. Tot 1798 oefende de schepenbank van Oeffelt alleen de vrijwillige rechtsspraak uit, de andere zaken van hoge, middelbare en lage justitie werden door de schepenbank van Gennep behandeld. In de jaren 1798-1801 gold de Franse rechterlijke organisatie. Voor strafzaken viel Oeffelt onder het tribunal de police van Kranenburg, het tribunal correctionel van Kleef en het tribunal criminel van Keulen, voor de burgerlijke zaken onder het vredegerecht van Kranenburg, tribunal civil / tribunal de commerce van Keulen. In 1802 werd de schepenbank weer hersteld, en werd zij belast met de rechtspraak in burgerlijke zaken. De strafzaken werden behandeld ddor de schepenbank van Boxmeer.

Brabants Historisch Informatie Centrum