skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Astrid de Beer
Astrid de Beer RA Tilburg

Archieven

1492 Gemeentebestuur Uden, 1971-1980

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
1492 Gemeentebestuur Uden, 1971-1980
Inleiding
Historisch overzicht
Geografische ligging
De gemeente Uden ligt in het noordoosten van de provincie Noord-Brabant geografisch centraal tussen de gemeenten Eindhoven, ’s-Hertogenbosch en Nijmegen. Het grondgebied van Uden wordt begrensd door de omringende gemeentegronden van Veghel, Nistelrode, Schaijk, Zeeland, Mill, St. Hubert, Wanroij, Boekel en Erp. De gemeente zelf bestaat uit de kernen Uden, Volkel en Odiliapeel en beslaat een oppervlak van 6286 ha. Het grootst aan oppervlakte en inwonerstal is van oudsher het westelijk gelegen Uden. Odiliapeel is ontstaan in mei 1930, na de ontginning van het Peelgebied.
Behalve de bovengenoemde kernen bevat het gemeentegebied zo’n 30-tal kleine woonconcentraties, zoals bv Bedaf, Slabroek, Hoeven, Hengstheuvel, Eikenheuvel. Tussen Uden en Volkel is een industrieterrein gelegen over de gehele lengte en aan de noordzijde van de interlokale wegverbinding. Hierdoor is voor de totale bebouwing van Uden en Volkel sprake van een aangesloten bebouwd gebied.
Kenmerkend voor de geografische aspecten zijn de hoogteverschillen in het terrein, de bospercelen “Udenoord” en “Laagslabroek”, de bospercelen rondom Odiliapeel en de bossen en zandverstuivingen “Bedafse Bergen” ten westen van Uden.

Groei
Per 1 januari 1971 telt Uden 24077 inwoners. Op 31 december 1980 bedraagt het aantal 33067, een stijging van 8990 (ruim 37%). Is het voor 1971 het geboorteoverschot dat de groei van de gemeente Uden bepaalde, nu is dat het vestigingsoverschot (5309 t.o. 3681).
Opvallend zijn de pieken in 1973 en 1976 wat betreft het vestigingsoverschot. Een verklaring is dat de gemeente Uden in het verleden aangewezen is als centrumgemeente. Door de vestiging van industrieën en bedrijven is de aantrekkingskracht voor mensen van buiten Uden snel verklaard. Terwijl het geboorteoverschot een constante toename geeft, daalt het vestigingsoverschot vanaf 1977 tot een negatief saldo per 31 december 1980.
Bovenstaande feiten noodzaakt het gemeentelijk bestuur tot ontwikkeling van woningbouw, werkgelegenheid, winkelvoorziening, onderwijs en recreatie. Daarnaast worden de taken van de gemeente uitgebreid. Dit betekent dat de organisatie en huisvesting van het gemeentelijk apparaat ook herzien moet gaan worden.

Woningbouw
Een toename van de bevolking met ruim 37% betekent dat er woonruimte beschikbaar moet komen. Zijn er per 1 januari 1971 5643 woningen, eind 1980 zijn dat er 9770, een toename van ruim 73%.
In de bestemmingsplannen Raam en Melle worden de meeste huizen gebouwd namelijk 2675 stuks, ruim 51% van de toename. In 1980 zijn nog een groot aantal bestemmingsplannen in voorbereiding, zodat aan de vraag naar woningen kan worden voldaan.
Ondanks de toenemende huizenbouw, zijn er in 1980 namelijk nog 1179 woningzoekenden, met name onder alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens. Er wordt zelfs een stuurgroep voor deze doelgroepen opgericht, die zich bezig houdt met het adviseren aan het gemeentebestuur.
Om aan kamers voor de jongeren te komen, wordt de actie opgestart "Dak gezocht, sleutel gevraagd". Het aantal reacties is echter teleurstellend. De ergste probleemgevallen kunnen aangepakt worden, maar is slechts een topje van de ijsberg.
Nog altijd is het woningtekort een nijpend probleem, dat zich ook bij de jongeren doet gelden. Een tweetal van deze woningzoekenden vestigde via een opvallende “actie” bij de fontein op de Galerij aandacht op hun verzoek om onderdak. (uit: Jaarverslag gemeente Uden 1979)
Werkgelegenheid
Hoewel 1971 als een goed jaar bestempeld kan worden en er gunstige perspectieven zijn voor een voorspoedige ontwikkeling van de gemeente voor de komende jaren is er toch bezorgdheid over werkgelegenheid in de bouw. Een vreemde situatie, mede gezien het feit dat het Rijk gelden beschikbaar stelt voor nieuwe werken. De woningbouw heeft daarbij een bijzondere prioriteit. In de overige sectoren is weinig reden tot zorgen. Halverwege de jaren ’70 is er wederom een economische recessie, wat vooral werkloosheid onder de jongeren betekent. Debet is o.a. de energiecrisis aan het einde van 1973, seizoensinvloeden en een structurele onderstroom. Opzienbarend is dat in Uden de werkloosheidcijfers, in vergelijking met Brabant en Nederland, ver daarboven liggen. Middels allerlei vormen van werkgelegenheidsmaatregelen in de vorm van TAP (Tijdelijke Arbeidsplaatsen) en WSW (Wet Sociale Werkvoorziening ) wordt getracht zoveel mogelijk personen werk te bieden. Burgemeester Schampers maakt in 1974 zelfs een studiereis naar de Verenigde Staten om nieuwe industrieën te werven. In 1977 opent EMI haar bedrijf in Uden en dit betekent een enorme stimulans voor de werkgelegenheid. In 1978 neemt het aantal werklozen af. Er blijft echter een harde kern van langdurige werklozen. Speciaal voor deze groep is een maatschappelijk werker in dienst genomen. In 1980 is er een economische crisis, wat wederom werkloosheid betekent voor de bouw, omdat de klad komt in de woningbouw.
In de agrarische sector is ook een terugloop in de werkgelegenheid te constateren. Het aantal vee wordt in omvang wel groter, dankzij de ontwikkeling van de intensieve veehouderij.
Winkelvoorziening
Het winkelbestand in de kern Uden bevat zo’n 190 winkels, een toename sinds 1973 van 50 winkels, verdeeld over 133 in het centrum (35.000 m2 verkoopvloeroppervlakte) en 57 winkels in de winkelcentra Bitswijk en Drossaard, op het industrieterrein en verspreid in het woongebied (12.000 m2). De totale verkoopvloeroppervlakte bedraagt dus ± 47.000 m2, waarvan 8.650 m2 in de voedings- en genotmiddelensector en 38.350 m2 in de sector duurzame en overige goederen.
In Volkel zijn 26 winkels, waarvan 9 in de voedings- en genotmiddelen. Dit is 1 minder dan in 1973. Gezamenlijk hebben de winkels een verkoopvloeroppervlakte van 3.600 m2.
Odiliapeel telt net als in 1973 11 winkels (verkoopvloeroppervlakte 1.300 m2), waarvan 4 in de voedings- en genotmiddelen.
Ten aanzien van de koopkrachtbinding besteden de Udenaren alle aankopen in de voedings- en genotsmiddelen binnen de gemeente. Ruim 50% van deze bestedingen gaat naar het centrum en ± 30% naar de buurtcentra.
De koopkracht in de duurzame en overige goederen is ongeveer 70%; afvloeiing van de koopkracht is naar Den Bosch, Eindhoven, Nijmegen, Veghel, Oss.
Van alle bezoekers aan het centrum van Uden komt ± 30% van buiten de gemeente. Naast de regio Uden-Veghel (10%) komen de bezoekers ook uit het stadsgewest Den Bosch en streekgewest Helmond. Van de totale bestedingen in het centrum van Uden is 40% afkomstig van consumenten woonachtig buiten de gemeente Uden.
Onderwijs
De groei van de bevolking betekent ook dat de dagonderwijsvoorzieningen uitgebreid moeten worden. Zijn er in 1971 ± 7300 leerlingen, in 1980 is dit toegenomen tot ± 9700.
In 10 jaar tijd worden 15 kleuterscholen en 16 basisscholen gesticht danwel verplaatst. De nood is hoog, zodat uitbreiding vaak gepaard moet gaan met het plaatsen van mobile units, houten noodlokalen danwel huisvesting bij andere scholen. In een aantal gevallen moet zelfs vervoer geregeld worden door de gemeente om leerlingen onderwijs te laten volgen.
Een 2e huishoudschool krijgt onderdak in het voormalige internaat van het College van het H. Kruis aan de Kerkstraat.
Een 2e schoolgemeenschap atheneum / havo gaat van start, zij het voorlopig geïntegreerd met het College van het H. Kruis. Huisvesting is voorlopig geregeld in de voormalige Maria-school. Het Kruisherencollege neemt in 1979 de nieuwbouw aan de Batenburglaan in gebruik.
De St. Aloysius-mavo kampt met een groot ruimteprobleem. Er worden 20 lokalen bijgeplaatst, om het aanbod van leerlingen op te kunnen vangen. In 1980 gaat een 2e mavo van start , De Merlet. In afwachting van de nieuwbouw aan de Millsebaan wordt zolang onderdak gevonden bij St. Aloysius. In verband met de uitbreiding van huize St. Jan met een service-flat moet op termijn een aantal noodlokalen verplaatst worden.
Aan de Kapelstraat 20 start in 1979 de MEAO met 4 klassen.
Door de toenemende vestiging van buitenlanders, is er behoefte aan onderwijs voor anderstaligen. In 1974 wordt een Begeleidingscommissie Anderstalige Leerlingen ingesteld, met als doelstelling alle anderstaligen, dus ook bv Engelsen, onderricht te geven in zowel hun moedertaal als de Nederlandse taal. Uiteindelijk wordt onderricht gegeven aan Turkse en in mindere mate Marokkaanse kinderen. Met behulp van “vliegende” leerkrachten wordt zowel thuis als op school binnen bepaalde uren les gegeven met behulp van de leermethode "Nou jij".
Er is meer vrije tijd gekomen. Naast de invulling van o.a. recreatie, wordt ook de kans waargenomen om de gemiste onderwijsmogelijkheden van vroeger in te halen. In 1978 wordt gestart met 43 volwassenen aan de dagmavo.
De gemeente slaagt er, als een van de zeer weinige gemeente in Nederland, in om een educatief plan op te stellen, volgens de richtlijnen zoals gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant van 7 juli 1976. Dit plan geeft aan op welke wijze in de behoefte aan vormings- en ontwikkelingswerk en onderwijs voor volwassenen kan worden voorzien door bestaande instellingen en groepen op sociaal-cultureel en educatief terrein, alsmede welke nieuwe initiatieven daarvoor nodig zijn. Van alle kanten komen verzoeken om toezending van een exemplaar.
Dankzij de Volksuniversiteit Uden krijgt Uden een regionale en landelijke belangstelling. De door hen ontwikkelde cursus "Hoe schrijf en zeg ik het in het Nederlands" wordt gebruikt in 8 Brabantse volksuniversiteiten en presentatie op landelijke programma-informatiedag van de Bond van Nederlandse Volksuniversiteiten te Arnhem als cursus voor geheel Nederland worden aangeboden.

Recreatie
Recreatief groen

Het aantal inwoners noopt de gemeente tot het ontwikkelen van mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding.
In 1971 heeft gemeentewerken 87,5 ha recreatief groen in onderhoud. Dit is in 1980 toegenomen tot 170 ha. De bosgebieden nemen in totaal 493 ha in beslag. Het Slingerpad neemt een belangrijke plaats in het recreatiegebied Slabroek. Er wordt een speelweide aangelegd, rijwielpaden worden uitgebreid, bebording rijwielpaden wordt verbeterd, trimbanen worden aangelegd, boscomplexen worden afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, aanleg van picknickplaatsen met toebehoren. Verder zijn er plannen om van een aantal bospercelen met een hoge natuurwetenschappelijke waarde in hun oorspronkelijke natuurlijke staat terug te brengen. In 1976 wordt het natuureducatiecentrum Slabroek in gebruik genomen.
In 1979 wordt het recreatiebasisplan Maasland door de raad vastgesteld.

Sport
In 1973 wordt sporthal De Deel in Uden in gebruik genomen, Een groot aantal binnensporten vinden hierbij onderdak. Naast de plaatselijke sportverenigingen zijn ook nationale en internationale wedstrijden te bezichtigen. Van 's morgens 8.00 uur tot 's avonds 23.00 uur is de sporthal in gebruik. Overdag zijn de scholen van het voortgezet en basisonderwijs aanwezig, terwijl 's avonds de verenigingen er gebruik van maken. In de weekenden zijn er competitie- wedstrijden op het gebied van basketbal, volleybal, handbal, mikrokorfbal, zaalhockey en badminton.
Sporthal De Wervel te Volkel opent haar deuren in 1979.
Tegelijkertijd in 1973 wordt het overdekte zwembad De Wel in gebruik gesteld. Het zwembad trekt veel bezoekers. In de beginperiode 218911, dit loopt in 1980 op tot 299386.
Het bezoek aan het openlucht zwembad neemt in 1980 af tot 37293. In 1971 is het aantal nog 190721!
Sportparken worden uitgebreid met velden en kleedlokalen.Door deze uitbreidingen zijn er ook mogelijkheden voor het oprichten van andere verenigingen zoals honkbal en cricket.
Jeugd- en jongerenwerk
De jeugd vermaken, naast de sportverenigingen, heeft met de toename van de bevolking, ook een grote ontwikkeling doorgemaakt. In 1980 zijn de navolgende organisaties actief:
Organisatie; Aantal; Geschat aantal deelnemers
Landelijke georganiseerd jeugdwerk (scouting): 4; 300
Plaatselijk georganiseerd jeugdwerk (clubs): 9; 600
Jongeren-standsorganisaties: 3; 300
Speeltuinwerk: 3; 500
Peuterspeelzaalwerk: 3; 400
Kindervakantiewerk: 3; 1000
Open jongerenwerk (sozen): 4; 500
TOTALEN: 29; 3600

Gemeentelijk apparaat
(Re-)organisatie

In 1968 wordt voor het eerst gesproken over een reorganisatie van het ambtelijk apparaat. Bij raadsbesluit van 1 september 1969 is er een krediet beschikbaar voor een oriënterend onderzoek. In 1971 worden de gedachten hierover op papier geplaatst door het bureau Centraal Adviesbureau voor Organisatie, Documentatie, Registratuur en Personeelsbeheer (ODRP) / Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) door middel van een discussienota.
Reorganisatie is noodzakelijk geworden door de explosieve bevolkingsgroei van na de oorlog. Vanaf 1946 is de bevolking toegenomen in 1977 met ruim 300%. Dit betekent dat er voorzieningen moeten zijn voor de burgers, zoals winkelcentra, scholen, recreatie en werkgelegenheid. Om dit tot stand te brengen is het personeelsbestand van de gemeente gestegen tot 628 (inclusief tijdelijke dienstverband en vakantiewerkers). De taken zijn omvangrijker en complexer geworden. Steeds meer burgers weten de weg te vinden naar de afdelingen en diensten van het gemeentelijk apparaat met ingewikkelder wordende vragen. De werkdruk neemt toe, omdat snelle afdoening gewenst is. In veel gevallen is overleg nodig met naaste collega's en met andere afdelingen. In het huidige systeem is de effectiviteit en efficiency niet meer toereikend. Een andere organisatiestructuur is daarom bittere noodzaak.
Knelpunten die opgelost moeten worden zijn welke werkzaamheden thuishoren op een centrale afdeling en welke op de afdelingen zelf. Er zal een duidelijke taakverdeling moeten komen. Die is er wel, alleen houdt men er zich niet altijd aan. Bovendien zijn er in de loop van de tijd nieuwe en aanvullende taken ingeslopen waarvan niet iedereen weet heeft, met als gevolg dat er overlappingen zijn.
Het traditioneel model wordt vervangen door een functioneel model. Voordelen van een dergelijk model zijn de betere mogelijkheden voor communicatie, onderlinge coördinatie en duidelijker communicatielijnen naar het bestuur.
Om uitvoering te geven worden eerst alle knelpunten geïnventariseerd, prioriteiten gesteld en werkgroepen geformeerd met hun taakstellingen.
De diverse werkgroepen bestaan uit een representatieve afvaardiging vanuit de werkvloer met een bestuurder en ODRP'er. Als eindresultaat wordt per hoofdafdeling een nota aangeboden met een nadere uitwerking van taken en doelstellingen.
Het college heeft bij besluit van 14/21 november 1978 unaniem gekozen voor een geïntegreerd organisatiemodel, waarbij secretarie, diensten en bedrijven zijn samengevoegd tot één personeelsorganisatie. De begrippen "secretarie" en "dienst" zijn komen te vervallen. In plaats van de meer traditionele verdeling is gekozen voor een indeling van het gemeentelijk apparaat in vier hoofdafdelingen, welke elk een aantal afdelingen bevatten en samengesteld zijn op grond van min of meer gelijk afgestemde werkzaamheden en op de specifieke deskundigheden van het personeel.
Het college besluit op 18 december 1979 om de reorganisatie formeel per 1 januari 1980 in te laten gaan. Vanaf het begin van de opdracht op 28 september 1970 van het college aan ODRP om een oriënterend onderzoek in te stellen heeft het dus ruim 10 jaar geduurd alvorens de reorganisatie een feit is.
Huisvesting
Door de enorme bevolkingsgroei in de gemeente Uden, neemt ook de omvang van het personeel toe. In 1980 zijn telt de gemeente 665 mensen in dienst van de gemeente (exclusief vakantiewerkers, invalkrachten, piekkrachten e.d.). In 1974 is dat nog 449. De diensten zijn her en der verspreid over de gemeente om het personeel te huisvesten.
In juni 1973 wordt het kantoorpand aan de Pastoor Spieringsstraat betrokken. Het biedt ruimte aan het bestuur en ambtelijk apparaat, uitgezonderd de Sociale Dienst en de afdeling Bevolking.. De moderne en doelmatig ingerichte kantoorruimten, verdeeld over twee etages boven winkels, beslaan een oppervlak van 1900 m2. Al wordt dit kantoor met zijn centrale ingang en de beperkte loopafstanden als prettig ervaren, het wordt weer krap. Ondanks een uitbreiding van 400 m2 op de 2e etage moeten een aantal afdelingen toch weer naar elders verhuizen. Bij het bestuur is toen de overtuiging gekomen dat naar een definitieve oplossing voor het huisvestingsprobleem gezocht moet worden.
Bij raadsbesluit van 18 maart 1976 wordt een krediet beschikbaar gesteld om een 5-tal architecten deel te laten nemen aan een ideeënstudieprijsvraag ten behoeve van een nieuw gemeentehuis. Aan deze wedstrijd zijn een aantal voorwaarden verbonden, zoals aanpassing aan de vorm van de Markt, rekening houden met oude gemeentehuis, openheid voor publiek, bereikbaarheid, parkeergelegenheid.
De tentoongestelde ideeën worden door vertegenwoordigers uit het gemeentebestuur, ambtenaren en burgers beoordeeld. Uiteindelijk wordt aan architect prof. ir. P. Tauber de opdracht verstrekt.
Nadat op 13 februari 1979 de eerste palen worden geslagen door de voltallige raad, betreedt het personeel op 13 oktober 1980 voor het eerst het voor ƒ 12.500.000,00 nieuw gebouwde gemeentehuis.
Politie
Tot 1 oktober 1974 werkt de gemeente uitstekend samen met de rijkspolitie. Vanaf die datum krijgt Uden gemeentepolitie. De volledige sterkte van het korps is bepaald op 41.
De voorlopige huisvesting is voorlopig in het voormalige belastingkantoor aan de Violierstraat.
Hoewel de nieuwbouwplannen al een hele tijd gereed zijn, kan er nog geen uitvoering aan gegeven worden, omdat de Ministerie van Binnenlandse Zaken nog geen groen licht geeft. Noodgedwongen verhuist het politie-personeel in 1978 naar de Kazernestraat 1, 3 en 5.
Als in 1979 het ministerie laat weten dat de gemeente in aanmerking komt voor een uitkering betreffende de nieuwbouw, kan eindelijk gestart worden. Het nieuwe politiebureau wordt gevestigd aan de Leeuweriksweg (hoek Land van Ravensteinstraat).
Geschiedenis van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: lijst van bestuurders

Kenmerken

Datering:
1971-1980
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2058 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.