De Heren van Sambeek waren de Heren van het Land van Cuijk en van de Baronie Boxmeer. Sambeek was een zogenaamde tweeherige heerlijkheid.
Deze Heren hadden hun eigen hoge bestuurs- en gerichtsambtenaren als de ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk en de drossaard van Boxmeer, die ieder afzonderlijk of gezamenlijk toezicht hielden op en richtlijnen gaven aan hun substituten en andere ondergeschikten, als de Scholtis van het Overambt - de latere substituut-ambtman van het Land van Cuijk -, de scholtis van Boxmeer, de richterboden van Sambeek en de landschrijvers van het Land van Cuijk en de Baronie Boxmeer.
Bovengenoemde functionarissen werkten samen met de schepenen van Sambeek voor de uitoefening van het Bestuur - uitvoering van de wetten en lagere wetgeving 1) - en rechtspraak, de zogenaamde politie en justitie.
De schepenen van Sambeek, zeven in getal, werden door beide Heren van Sambeek aangesteld.
Met financieel beheer was in Sambeek de schatbeurder belast.
Paringet, de bekende geschiedschrijver van het Land van Cujk, schrijft op pagina 3 van zijn nog steeds geraadpleegd werk: "... al de Cuyksche Archiven, uytgenomen die van St.Jans nu Sambeek of Santbeek (welke ik nogtans noyt heb konnen te sien koomen) syn geduurende de Spaansche Oorlogen binnen de Stad Gennep, dat doen neutraal was gevlugt geweest en aldaar Ao. 1597 in den brandt van de selve Stad geconsumeerd". Ik wil niet gaan twisten over het feit of deze brand in 1597 dan wel in 1599 heeft laatsgegrepen. Een feit is, dat het dorpsarchief van Sambeek het enige dorpsarchief in het Land van Cuyk is, dat in het bezit is van 14e en 15e eeuwse stukken. En de dorpsarchieven van Sambeek en van Oploo zijn de enige dorpsarchieven in het Land van Cuijk, die nog 16e eeuwse stukken onder hun berusting hebben.