skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Vincent van de Griend
Vincent van de Griend Bhic

Archieven

1240 Kantongerecht Eindhoven, 1960 - 1969 N.B. Stukken van 1955 - 1979

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Ontstaan en territoriale indeling
Functionarissen
Bevoegdheid in strafzaken
Bevoegdheid in burgerlijke zaken
Buitengerechtelijke taken
Procesgang in strafzaken * 
1240 Kantongerecht Eindhoven, 1960 - 1969 N.B. Stukken van 1955 - 1979
Inleiding
Historisch overzicht
Procesgang in strafzaken * 
De strafprocedure werd ingeleid door een dagvaarding vanwege het Openbaar Ministerie. De dagvaarding werd door een deurwaarder of rijksveldwachter aan de verdachte in diens woonplaats betekend en moest op straffe van nietigheid bevatten een opgave van het ten laste gelegde strafbaar feit en sinds 1886 ook een vermelding van de tijd, plaats en omstandigheden waaronder het feit gepleegd was. Sinds 1926 (invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering) kon de procedure ook beginnen met een simpele oproeping, indien er sprake was van ontdekking op heterdaad door een opsporingsambtenaar en zulks niet uitgesloten was door de Minister van Justitie. Na dagvaarding / oproeping kon de verdachte verdere vervolging voorkomen door vrijwillige betaling van het maximum van de geldboete met de dagvaardingskosten indien op het strafbare feit geen zwaardere straf stond dan een geldboete.
Bij niet verschijnen van de verdachte ter terechtzitting werd verstek verleend en het onderzoek ter terechtzitting zonder verdachte uitgevoerd. Na het wijzen van het vonnis werd dit aan veroordeelde betekend. Binnen een bepaalde termijn kon hij dan verzet doen. Verscheen de verdachte wel ter terechtzitting, hetzij zelf in persoon, hetzij bij gemachtigde (rechtsbijstand door een advocaat en / of procureur was niet nodig), dan begon het onderzoek ter terechtzitting met het identiteitsverhoor van verdachte door de kantonrechter, die hem vroeg naar zijn naam, voorna(a)m(en), leeftijd, geboorte- en woonplaats, alsmede naar zijn beroep. Vanaf 1886 kon na dit verhoor de verdachte verweer voeren op grond van nietigheid van de dagvaarding, onbevoegdheid van de kantonrechter of niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. De kantonrechter deed hierin dan uitspraak, maar hij kon ook de behandeling van het verweer uitstellen door het "ontijdig" te verklaren. Vervolgens droeg de ambtenaar van het Openbaar Ministerie de zaak voor door voorlezing van de dagvaarding / oproeping. Daarna las de griffier het proces-verbaal van de opsporingsambtenaar voor. In de daarop volgende fase van het proces vond eventueel getuigenverhoor plaats, werden overtuigingsstukken overgelegd en de verdachte ondervraagd. Hierna hield de ambtenaar van het Openbaar Ministerie zijn requisitoir waarop de verdachte of zijn raadsman mocht antwoorden. Het Openbaar Ministerie kon daarop weer reageren. Tot slot had de verdachte altijd het laatste woord. De kantonrechter sloot dan het onderzoek ter terechtzitting af dat op één of meer zittingen kon geschieden.
Terstond of binnen acht dagen (vanaf 1886 binnen veertien dagen) na de afsluiting van het onderzoek ter terechtzitting wees de kantonrechter vonnis. De uitspraak moest een beslissing geven over het wel of niet bewezen zijn van de feiten, de (strafrechtelijke) kwalificatie van die feiten, het wel of niet bewezen zijn van de schuld van de verdachte en de toepassing van de bij de wet bepaalde straf. Niet altijd kwamen in een vonnis deze vier elementen aan de orde. Zo sprak de kantonrechter de verdachte vrij als hij de feiten niet bewezen achtte. Ontslag van rechtsvervolging werd uitgesproken als de kantonrechter het bewezen feit geen strafbaar feit achtte of de verdachte niet strafbaar. Tot 1926 (invoering van een nieuw Wetboek van Strafvordering) werd er altijd schriftelijk vonnis gewezen, welk vonnis met redenen omkleed moest zijn. Vanaf 1926 kon ook mondeling vonnis gewezen worden tenzij partijen een schriftelijk vonnis wensten of de kantonrechter dit nodig oordeelde. Het mondeling vonnis werd aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting. Het vonnis moest op een openbare terechtzitting worden uitgesproken c.q. voorgelezen.
Procesgang in burgerlijke zaken * 
Hoger beroep en cassatie * 
Zie W.G.M. van der Heijden en J.G.M. Sanders, Noord-Brabant in de negentiende eeuw. Een institutionele handleiding ('s-Hertogenbosch/Hilversum 1993).

Rijksarchief in Noord-Brabant, 1999
Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1955-1979
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2055 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.