De RvA namen vanaf 1930 ook de Ziektewet gedeeltelijk voor hun rekening.
In 1933 werden de Wet op de Rijksverzekeringsbank en de Radenwet vervangen door de Wet op de Rijksverzekeringsbank en de Raden van Arbeid , waarbij het toezicht op de Raden aan de Rijksverzekeringsbank werd opgedragen.
Ingevolge de werknemersverzekeringen die voornamelijk door bedrijfsverenigingen werden uitgevoerd, kregen de Raden een kleine uitvoerende taak ten aanzien van de werknemers waarvan de werkgever niet bij een bedrijfsvereniging was aangesloten.
Voor de uitvoering van de Kinderbijslagwet 1939 kon de werkgever destijds kiezen: aansluiting bij een bedrijfsvereniging (ook uitvoering Ziektewet) of bij het Rijkskinderbijslagfonds (Rijksverzekeringsbank en Raden van Arbeid).
Na de invoering van de Organisatiewet Sociale verzekeringen (OSV) in 1952 bleven de Ongevallen- en Invaliditeitswetten in uitvoering bij de Raden en de Rijksverzekeringsbank.
In 1956 onderging de Rijksverzekeringsbank een grote verandering op bestuurlijk niveau, tevens werd de naam gewijzigd in Sociale Verzekeringsbank (SVB).
In de daaropvolgende jaren werden de uitvoering van de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) en de kinderbijslagwetten toegevoegd aan de taken van de Raden. Ook werd de toekenning, intrekking en herziening van de uitkeringen door de Raden uitgevoerd, behalve de AOW- en AWW-uitkeringen van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden. Het toezicht op de Raden werd uitgeoefend door de SVB.
Per 1 april 1988 werden de Bank en de Raden van Arbeid samengevoegd tot één organisatie.
Een Raad van Arbeid werd geleid door een bestuur dat bestond uit een door de Kroon benoemde voorzitter, drie werkgeversvertegenwoordigers en drie werknemersvertegenwoordigers. Deze werden voorgedragen door de centrale organisaties van werkgevers en werknemers en benoemd door de minister van Sociale Zaken.
Specifiek voor de Raad van Arbeid te Breda waren de contacten met de Belgische uitvoeringsorganen omtrent de sociale verzekeringswetten. In het jaarverslag van 1933 staat beschreven dat tussen de Raden onderling werd afgesproken dat RvA Breda namens alle Raden contacten onderhoudt met de Belgische uitvoeringsorganen. Dit omdat de Belgische uitvoeringsorganen hadden aangegeven graag met één instantie in Nederland zaken te doen om verwarring te voorkomen.
Waarschijnlijk is dit het begin geweest van de totstandkoming van Bureau Belgische Zaken (BBZ). BBZ maakt onderdeel uit van de SVB. Het informeert en bemiddelt over sociale zekerheid in grensoverschrijdende situaties met België.
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.