De dossiers van criminele zaken kunnen als eerste stuk een rekest van apprehensie, een verzoek van de drossaard aan de schepenen om iemand te mogen arresteren bevatten. Meestal is op dat verzoekschrift een appointement bijgeschreven, het besluit van de schepenen om het verzoek in te willigen. Daarna volgt vaak de interrogatoria, ofwel de lijst van vragen die aan de verdachte gesteld worden, aangevuld met de responsoria of responsiva, de antwoorden van de verdachte. Op basis hiervan stelde de drossaard zijn tigt en aanspraak, zijn aanklacht en strafeis op. Soms moesten de schepenen een interlocutoir of tussenvonnis vellen, bijvoorbeeld om de verdachte onder tortuur verder te verhoren. Hier moet nog uitdrukkelijk vermeld worden dat de dossiers lang niet in alle gevallen compleet zijn.
Naast het dossier moet ook altijd de criminele rol geraadpleegd worden, omdat daarin het verloop van het proces is vastgelegd. Meestal vindt men daarin tevens het vonnis en een aantekening over de uitvoering daarvan.
Naast het dossier moet ook altijd de civiele rol geraadpleegd worden, omdat daarin het verloop van het proces is vastgelegd.