De periode 1811-1932 is gekozen om de volgende redenen: Het jaar 1811 wordt algemeen als beginjaar voor “19e –eeuwse” inventarissen genomen vanwege het feit dat de burgerlijke stand in dat jaar werd ingevoerd. Wat het afsluitende jaar 1932 betreft: omdat de gemeente Boxtel pas per 1 mei 1934 het dossierstelsel (de zaaksgewijze ordening) invoerde, lijkt op het eerste gezicht het jaar 1932 geen logische cesuur te zijn. Echter: de tot 1 mei 1934 toegepaste rubriekenstelsels bleken slechts bijgewerkt tot 1-1-1933. De stukken uit de periode 1-1-1933 tot 1-5-1934 zijn dan ook ingevoegd in de inventaris 1933-1979.
Inventarisatie
Gezien bovenstaande afbakening in de tijd, hebben we allereerst een aantal stukken van na 1811, die opgenomen waren in de inventaris die de Rijksarchivaris in Noord-Brabant, mr. A.C. Bondam, in 1892 maakte van het ‘Oud Archief der Gemeente Bokstel’, in deze nieuwe inventaris opgenomen. Bij de beschrijvingen van deze stukken hebben we steeds het oude inventarisnummer vermeld.
Aan het eind van de inventaris vindt men een drietal afzonderlijke gedeponeerd archieven:
Het archief van het Kadaster, De Huurcommissie en het Burgerlijk Armbestuur.
Tot slot zijn twee chronologische lijsten van hinderwetvergunningen opgenomen, de eerste uit de periode 1829-1865 (de z.g. onderzoeken ‘de commode et incommodo’), de tweede, de eigenlijke hinderwetvergunningen daterend van na de invoering van de Hinderwet, uit de periode 1877-1932.
Na de inventarisatie heeft het archief een omvang van 55 m.
De stukken zijn voorzien van zuurvrije omslagen en verpakt in ‘Amsterdamse dozen’.
Brabants Historisch Informatie Centrum