Bestuur
Na de Franse tijd bleven de toen fungerende gemeentelijke colleges aan. Bij de Grondwet van 1815 werd een reglement geëist voor samenstelling van de plaatselijke besturen, hetgeen geschiedde bij Koninklijk Besluit van 1819, gewijzigd in 1825. *
Dit reglement verdeelt het platteland in gemeenten. Het bestuur van een plattelandsgemeente bestaat uit een burgemeester, twee assessoren (wethouders) en een gemeenteraad. De raad bestaat inclusief de burgemeester en assessoren uit 7 tot 9 personen.
De burgemeester wordt door de koning benoemd en is lid van de raad, de assessoren door de commissaris der provincie, uit de leden van de raad. De provinciale staten benoemen de gemeenteraadsleden, nadat ze het plaatselijk bestuur hebben gehoord, elke 2 jaar treedt 1/3 der raadsleden af alsmede 1 assessor.
De gemeentesecretaris wordt door de koning benoemd op voordracht van de raad, burgemeester en assessoren, de ontvanger door de provinciale staten na een voordracht van de gemeenteraad.
en het plattelandsbestuur, maar kent uitsluitend "gemeenten". Het bestuur van iedere gemeente bestaat voortaan uit een raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester. De functie van burgemeester werd uitgeoefend door: *
1831 - 1843 Lambertus van Dooren
1844 - 1874 Wilhelmus Verhoeven tevens burgemeester van Dinther 1859 - 1865 *
1874 - 1889 Pieter Arnoldus Verhagen
1889 - 1890 Bernardus Johannes Hulshof
1890 - 1919 Hendrikus Lambertus Manders
1919 - 1937 Johannes Joseph Janssens
Behalve genoemde functionarissen, waren nog in gemeentelijke dienst werkzaam, al of niet met een volledige dagtaak: de secretaris, ontvanger, ambtenaar van de burgerlijke stand, nachtwaker, pootmeester, lantaarnopsteker, aflezer, klokkenist, geneesheer, schoolmeester. *
In het begin van de 19e eeuw is Schijndel een van de grootste, schoonste en levendigste dorpen van Peelland, waarbij veel handelsverkeer bestaat van en naar Den Bosch.
Behalve de landbouw als voornaamste middel van bestaan, begon toen ook de handel tot bloei te komen. De volgende producten werden verhandeld: boter, hop, haver, spek, hoepels, en klompen. De belangrijkste landbouwgewassen bestonden in rogge, tarwe, gerst, haver, boekweit, erwten, bonen, aardappelen en hop. De 4 jaarmarkten werden goed bezocht en gehouden op woensdag voor de laatste april, 2 dagen voor St. Jan Baptist, dinsdag voor 1 oktober en 8 november. De volgende bedrijven en beroepen werden toen in Schijndel uitgeoefend: 3 brouwerijen, 1 korenmolen, 1 dokter, 2 chirurgijns, 7 bakkers, enige kooplieden en winkeliers. *
Omstreeks 1850 worden de landerijen over het geheel genomen niet meer toereikend bevonden om daarvan te kunnen bestaan, enige boerderijen uitgezonderd. Men is zich meer gaan toeleg¬gen op de handel, waarbij de houtproducten (hoepels en klompen) een belangrijke plaats innemen. De Schijndelse akkers zijn in deze tijd nog overvloedig voorzien van houtgewas. Tot de grotere inrichtingen behoren dan: 3 brouwerijen, 3 stenen windmolens, waarvan 1 tevens tot pel- en schorsmolen is ingericht, 2 rosoliemolens en 9 leerlooierijen. *
1860 1925
Molens:
boekweitmolen 3 -
graan-oliemolen - 2
lijnkoekmolen 2 -
molenaars - 6
molenmaker 1 -
pelmolen 1 -
run- of schorsmolen 1 -
windkorenmolen 3 4
Houtbewerking:
hoepelmakerij 31 31
houtzagerij 9 1
klompenmakerij 51 64
klompenfabriek - 2
kuiperij 5 2
mandenmakerij 3 3
mandenfabriek - 3
meubelmakerij 1 -
stoel en wieldraaierij 4 -
timmerman 12 16
timmerfabriek - 1
wagenmakerij 3 -
Overig:
azijnmakerij 1 -
bezem en boendermakerij 5 -
bierbrouwerij 2 1
bierbottelaar - 2
blauwverwerij 1 -
breifabriek - 1
coiffeur - 4
electricien - 1
goud en zilversmederij 1 -
grutterij 2 -
harkenmaker - 2
kleermakerij 7 9
klok en vuurwerk maker 2 2
koeharenspinnerij 1 -
koperslagerij 2 1
leerlooijerij 7 -
leertouwerij 1 -
linnenweverij 3 -
metselaar 6 7
olieslagerij/paarden 2 -
roomboterfabriek - 1
rijwielhersteller - 10
schoenmakerij 17 5
smederij (grof en hoef) 6 5
steenfabriek - 1
stroodekker 10 3
tabak kerverij 2 2
touwslagerij 2 -
varkenslachter 6 7
verwer of huisschilder 3 7
vleeshouwer 4 36
wasblekerij - 1
waskaarsenfabriek 2 1
worst en vleeswarenfabriek - 2
zadelmakerij 1 1
zwartververij 1 -
Een openbare lagere school bestond in Schijndel-dorp en vanaf 1888 tevens in Wijbosch. Bijzonder lager onderwijs was er al in 1832 toen zuster Anna de Bref verlof kreeg een school voor meisjes op te richten voor onderricht in taal en vrouwelijke handwerken. Een meisjesschool in Wijbosch werd geopend in 1888. *
Na de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs in de L.O.-wet 1920 heeft het bijzonder onderwijs een grote vlucht genomen en verdrong goeddeels het openbaar lager onderwijs. * Huisonderwijs werd vanaf 1926 nog gegeven t.b.v. personeel van steenfabriek "De Molenheide". *
De bevolking verdubbelde in de thans geïnventariseerde periode:
jaar aantal inwoners
1815 3524 *
1830 3980 *
1840 4064
1850 4564
1860 4747 *
1870 4811
1880 5193
1890 5478
1900 5539
1910 5983
1920 6724
1930 7896