Notaris Philippus de Bonyngen oorkondt dat Aleydis dochter van Arnoldus Backs, weduwe van Nicolaus van Maren en begijn in het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, het testament bevestigt dat ze samen met haar overleden man gemaakt heeft en geld schenkt aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik, aan de kerkfabriek van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en die van de Maagd Maria in die kerk, aan de investiet, de koster en de fabriek van de begijnenkerk. Ze schenkt voor een jaargetijde voor zichzelf, haar ouders en haar man, op te dragen door de investiet van de begijnenkerk met optekening in het jaargetijdenboek en aflezing op ieder zondag van haar naam vanaf de preekstoek, een deel van een erfcijns uit goederen in Berlicum ter plaatse geheten Loeffoert, volgens de inhoud van schepenakten daarover, die berusten bij de rector van het Maria-altaar van de tweede fundatie in het hoogkoor van de begijnenkerk, ter vergroting van welke fundatie genoemde Aleydis het andere deel van deze erfcijns geschonken heeft als een schenking onder de levenden bij notariƫle akte. Gedaan in 's-Hertogenbosch in het woonhuis van de notaris in de Peperstraat met als getuigen heer Gerardus Baliaert, kanunnik van de Sint-Jan, Johannes Haze, investiet van de begijnenkerk, en Zegerus van den Brande, priesters.
Notaris Philippus de Bonyngen oorkondt dat Aleydis dochter van Arnoldus Backs, weduwe van Nicolaus van Maren en begijn in het Groot Begijnhof in 's-Hertogenbosch, het testament bevestigt dat ze samen met haar overleden man gemaakt heeft en geld schenkt aan de kerkfabriek van Sint-Lambert in Luik, aan de kerkfabriek van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch en die van de Maagd Maria in die kerk, aan de investiet, de koster en de fabriek van de begijnenkerk. Ze schenkt voor een jaargetijde voor zichzelf, haar ouders en haar man, op te dragen door de investiet van de begijnenkerk met optekening in het jaargetijdenboek en aflezing op ieder zondag van haar naam vanaf de preekstoek, een deel van een erfcijns uit goederen in Berlicum ter plaatse geheten Loeffoert, volgens de inhoud van schepenakten daarover, die berusten bij de rector van het Maria-altaar van de tweede fundatie in het hoogkoor van de begijnenkerk, ter vergroting van welke fundatie genoemde Aleydis het andere deel van deze erfcijns geschonken heeft als een schenking onder de levenden bij notariƫle akte. Gedaan in 's-Hertogenbosch in het woonhuis van de notaris in de Peperstraat met als getuigen heer Gerardus Baliaert, kanunnik van de Sint-Jan, Johannes Haze, investiet van de begijnenkerk, en Zegerus van den Brande, priesters.