Notaris Henricus Loekeman de Buscoducis oorkondt dat jonkvrouwe Agnees Bossche, wonend op de Papenhulst in 's-Hertogenbosch, haar testament gemaakt heeft. Ze wil begraven worden in de Sint-Jan of bij de minderbroeders in 's-Hertogenbosch. Ze schenkt geld aan Sint-Lambert in Luik, Sint-Jan en de vier biddende orden in 's-Hertogenbosch, de minderbroeders, meester Hanrick Loekeman en Aernt van Leendt (voor het lezen van drie dertigsten), de armen van Aarlebeek en de kapel van Sint-Anna bij de Gevangenpoort voor herstel ervan. Aan de Lieve-Vrouwebroederschap schenkt ze haar beste, zwarte, witgevoerde tabberd. Ze sticht vier wekelijkse missen aan het altaar van Sint-Anna in de kapel van Sint-Jacob op de Windmolenberg en schenkt daarvoor losrenten. Als eerste rector draagt ze voor haar neef heer Aerndt van Dommelen en na diens dood meester Joost van den Berch, zoon van meester Jan. De volgende collatoren zijn de heren van het kapittel. De rector moet op eigen kosten licht, brood en wijn verzorgen, de executeurs-testamentair zorgen voor een misgewaad en de wasmeesters van het altaar houden hierop toezicht. Op de vier dagen dat in de Sint-Jan de memorie van de Gelovige Zielen gevierd wordt, moet de rector de vigilie van negen lessen en de requiemmis lezen met de collecta 'Fidelium' etc. Verder schenkt ze haar familieleden en vrienden diverse roerende goederen, gelden en erfpachten, haar hoeve De Kievitsbrake in Bakel te Espe en haar woonhuis. Ze benoemt als uitvoerders van haar testament Arnt van Dommelen, priester, Ariaen van Eyndhoudts, raad van 's-Hertogenbosch, en Aernt Martenssoen van Campen. Gedaan in het woonhuis van de erflaatster in aanwezigheid van meester Henrick Pelgrom, kanunnik en cantor in de Sint-Jan, en heer Aerndt van Leend, priester.
Notaris Henricus Loekeman de Buscoducis oorkondt dat jonkvrouwe Agnees Bossche, wonend op de Papenhulst in 's-Hertogenbosch, haar testament gemaakt heeft. Ze wil begraven worden in de Sint-Jan of bij de minderbroeders in 's-Hertogenbosch. Ze schenkt geld aan Sint-Lambert in Luik, Sint-Jan en de vier biddende orden in 's-Hertogenbosch, de minderbroeders, meester Hanrick Loekeman en Aernt van Leendt (voor het lezen van drie dertigsten), de armen van Aarlebeek en de kapel van Sint-Anna bij de Gevangenpoort voor herstel ervan. Aan de Lieve-Vrouwebroederschap schenkt ze haar beste, zwarte, witgevoerde tabberd. Ze sticht vier wekelijkse missen aan het altaar van Sint-Anna in de kapel van Sint-Jacob op de Windmolenberg en schenkt daarvoor losrenten. Als eerste rector draagt ze voor haar neef heer Aerndt van Dommelen en na diens dood meester Joost van den Berch, zoon van meester Jan. De volgende collatoren zijn de heren van het kapittel. De rector moet op eigen kosten licht, brood en wijn verzorgen, de executeurs-testamentair zorgen voor een misgewaad en de wasmeesters van het altaar houden hierop toezicht. Op de vier dagen dat in de Sint-Jan de memorie van de Gelovige Zielen gevierd wordt, moet de rector de vigilie van negen lessen en de requiemmis lezen met de collecta 'Fidelium' etc. Verder schenkt ze haar familieleden en vrienden diverse roerende goederen, gelden en erfpachten, haar hoeve De Kievitsbrake in Bakel te Espe en haar woonhuis. Ze benoemt als uitvoerders van haar testament Arnt van Dommelen, priester, Ariaen van Eyndhoudts, raad van 's-Hertogenbosch, en Aernt Martenssoen van Campen. Gedaan in het woonhuis van de erflaatster in aanwezigheid van meester Henrick Pelgrom, kanunnik en cantor in de Sint-Jan, en heer Aerndt van Leend, priester.