Geertruijt van Randtwijck, vicarisse, en Anna Valckenborch, procuratrix van het klooster Claraveldt te Wamel, met hun momber Matheus van de Steeghen hebben namens het klooster verpand aan Allaert Rutgertsen en Rutger van Herwarden een akker land.
Geertruijt van Randtwijck, vicarisse, en Anna Valckenborch, procuratrix van het klooster Claraveldt te Wamel, met hun momber Matheus van de Steeghen hebben namens het klooster verpand aan Allaert Rutgertsen en Rutger van Herwarden een akker land.