Albert en Isabella Clara Eugenia, hertogen van Brabant, oorkonden aan hun functionarissen in Brabant en Overmaze op verzoek van Jan Hermans, clericus van 's-Hertogenbosch, wegens een canonicaat in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, verkregen na het overlijden van Jacques Papenhoven op voordracht van de bisschop van 's-Hertogenbosch die vanaf 3 juli 1602 voor een periode van tien jaar van de hertogen het presentatierecht gekregen heeft, dat Jan dit canonicaat met instemming van de hertogen verworven heeft en dat hij in geval van geschillen ten possessoire moet procederen voor de Raad van Brabant en ten petitoire voor de geestelijk competente rechters in Brabant. Als de zaak in Rome terecht komt dient hij deze te delegeren aan competente rechters uit Brabant. Gegeven in Brussel.
Albert en Isabella Clara Eugenia, hertogen van Brabant, oorkonden aan hun functionarissen in Brabant en Overmaze op verzoek van Jan Hermans, clericus van 's-Hertogenbosch, wegens een canonicaat in de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch, verkregen na het overlijden van Jacques Papenhoven op voordracht van de bisschop van 's-Hertogenbosch die vanaf 3 juli 1602 voor een periode van tien jaar van de hertogen het presentatierecht gekregen heeft, dat Jan dit canonicaat met instemming van de hertogen verworven heeft en dat hij in geval van geschillen ten possessoire moet procederen voor de Raad van Brabant en ten petitoire voor de geestelijk competente rechters in Brabant. Als de zaak in Rome terecht komt dient hij deze te delegeren aan competente rechters uit Brabant. Gegeven in Brussel.