Apud Rode; anno 1241, mense januario.
Theodericus draagt zijn erfgoed te Megen, twee hoeven, op aan het altaar van St. Oda in Rode
(St.-Oedenrode), met dien verstande, dat hij een cijns van 17 en een halve penning op 1 oktober op dit altaar zal betalen, waartegenover de voogd van de kerk hem bescherming zal verlenen.
Apud Rode; anno 1241, mense januario.
Theodericus draagt zijn erfgoed te Megen, twee hoeven, op aan het altaar van St. Oda in Rode
(St.-Oedenrode), met dien verstande, dat hij een cijns van 17 en een halve penning op 1 oktober op dit altaar zal betalen, waartegenover de voogd van de kerk hem bescherming zal verlenen.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.30.
c. Facsimile van het charter met Latijnse tekst, vertaling en commentaar: W.J.F. Juten, Het kapittel te St. Oedenrode, in: Taxandria, 9(1902), blz.53-58.
d. Gedrukte tekst in O.B. Camps, nr. 193, waar ook het gebruik van de paasstijl wordt verondersteld; het regest van Camps werd overgenomen.