Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende tnegentich, opten sessentwintichsten dach van Novembri.
Voor Cornelis Lambrechtszoon en Gijsbrecht Dierixzoon, schepenen te Roosendaal, heeft Adriaan Adriaan Barbierszoon erkend schuldig te zijn aan Herman Willemszoon, ten behoeve van St. Catharinadal, 4 rijnsgulden, eeronderpand op stede en goed, « gelegen int dorp metter oestsiden aende Zale, metter westsiden aen Geert de Biermans huys ende hof, metten noortende aenden loop, ende metten suytende aen de strate », veronderpand met een ort-stuivers door den H. Geest geïnd, en op een beemd, « noortwaert over de voors. sloot oft Bansloot gelegen, metter oestsiden aen Andries Haldenberchs ende Dingenen synre huysvrouwen erve, ende metter westsiden ende nooteynde aender nonnen Boet ende erve ».
Int jaer ons Heeren duysent vierhondert ende tnegentich, opten sessentwintichsten dach van Novembri.
Voor Cornelis Lambrechtszoon en Gijsbrecht Dierixzoon, schepenen te Roosendaal, heeft Adriaan Adriaan Barbierszoon erkend schuldig te zijn aan Herman Willemszoon, ten behoeve van St. Catharinadal, 4 rijnsgulden, eeronderpand op stede en goed, « gelegen int dorp metter oestsiden aende Zale, metter westsiden aen Geert de Biermans huys ende hof, metten noortende aenden loop, ende metten suytende aen de strate », veronderpand met een ort-stuivers door den H. Geest geïnd, en op een beemd, « noortwaert over de voors. sloot oft Bansloot gelegen, metter oestsiden aen Andries Haldenberchs ende Dingenen synre huysvrouwen erve, ende metter westsiden ende nooteynde aender nonnen Boet ende erve ».