Int jaer ons Heeren dusent vyfhondert ende elve opten eenentwyntichsten dach van Januario na scrivens shoofs van Ludic.
Voor Jan Raesz. Claeszoon en Hendrik Corneliszoon, schepenen in Roosendaal, bekent Dingne Harman Michielszoons dochter, weduwe van Jan vander Dong, met haar voogd Willemszoon schuldig te zijn aan Engel Jan Loncken, ten behoeve van St. Catharinadal, 20 stuivers verpand op een stede met bijbehoorten gelegen in de ooststraat, « metter suytsiden aende heeren van Ludicx erve, metter noirsiden aen Cornelys Pieterszoon, Engel Jan Loncken ende Lysbeth van Ettens erven ende aen andere personen,oestwaerts aenghelegen erven metten oest ende aen Michiel voers. huys ende erve ende mette westende aende vrouwe made ende scutters doelen », veronderpand met 10 1/2 stuiver erfcijns uit een erfcijns van 20 stuivers. (Cfr. 24 Mei 1469, nr. 541 [542]).
Int jaer ons Heeren dusent vyfhondert ende elve opten eenentwyntichsten dach van Januario na scrivens shoofs van Ludic.
Voor Jan Raesz. Claeszoon en Hendrik Corneliszoon, schepenen in Roosendaal, bekent Dingne Harman Michielszoons dochter, weduwe van Jan vander Dong, met haar voogd Willemszoon schuldig te zijn aan Engel Jan Loncken, ten behoeve van St. Catharinadal, 20 stuivers verpand op een stede met bijbehoorten gelegen in de ooststraat, « metter suytsiden aende heeren van Ludicx erve, metter noirsiden aen Cornelys Pieterszoon, Engel Jan Loncken ende Lysbeth van Ettens erven ende aen andere personen,oestwaerts aenghelegen erven metten oest ende aen Michiel voers. huys ende erve ende mette westende aende vrouwe made ende scutters doelen », veronderpand met 10 1/2 stuiver erfcijns uit een erfcijns van 20 stuivers. (Cfr. 24 Mei 1469, nr. 541 [542]).