In 't jaer ons Heeren dusent vierhondert sesse ende vyftich, achtien daghe in Augusto.
Voor Mathijs Janszoon en Willem van Caertscot, schepenen van Gilze, verklaart heer Hendrik Vander Heyden, priester, met Ghijsbrecht Jan Godevaertszoon vander Bijestraten, als voogd, dat hij als pand gesteld heeft voor Peter Heinrickszoon van Chaem, zijn huis en hof met 4 loopzaad erf.
In 't jaer ons Heeren dusent vierhondert sesse ende vyftich, achtien daghe in Augusto.
Voor Mathijs Janszoon en Willem van Caertscot, schepenen van Gilze, verklaart heer Hendrik Vander Heyden, priester, met Ghijsbrecht Jan Godevaertszoon vander Bijestraten, als voogd, dat hij als pand gesteld heeft voor Peter Heinrickszoon van Chaem, zijn huis en hof met 4 loopzaad erf.
Op rugzijde : Peter Heynrickss. van Chaem. S. Marie Paridaens (XVe e.).