Archieven

541 Jan zoon van Daniels van der Weechscheijde verkoopt aan Willem zoon van Gerit Uden het erfdeel en rechten die hij heeft geerfd van zijn moeder welk bezit eerder van Jacob Cuesters was gelegen in de Wedehagen. Jan als verkoper belooft alle lasten daarin af te handelen behalve 10 deniers als chijns aan de heer van Boxtel op St. Maartensdag en nog 6 en een half lopen rogge aan diegene die er recht op heeft. (1399)

540 Ygram van de Velde zoon van wijlen jans van de Velde, belooft als schuldenaar om aan Gerit Wouters de som van 22 ... te betalen min 6 lichte plakken of in ander goed geld, de ene helft per a.s. St. Remiusdag en de andere helft op St. Jan Baptistdag erna. (1399)

539 Johannes van Boxtel natuurlijke zoon van wijlen heer Willem als heer van Boxtel, verder Berijs zoon van wijlen Jan Rodemans, verder Jacob natuurlijke zoon van heer Jacobs van Boemel, dragen aan Ygram van de Beke en aan Henrick van Tuijfthese, een schepenbrief over van Boxtel inzake een stuk land en beemdje, gelegen onder Lenneshovel, belendend de beemd van de heer van Boxtel, de gemeijnte daar. Dat perceel en beemd hadden heer Willem van Meerhem en heer Henrick van Boxtel *vererfpacht* aan Jan zoon wijlen Jans van de Beke tegen een bepaalde chijns, jaarlijks te betalen aan Wouter Goedschalcks in Den Bosch, volgens de schepenbrief van Boxtel. De verkopers dragen verder een brief over inzake 9 lopenzaad rogland gelegen onder Lenneshovel, belendend Peter Heijen, Katarina Zeskens, de kinderen van Willem Wasmoets. Dat stuk land had had Ygram van de Velde aan zijn broer Jan van de Velde verkocht volgens de schepenbrief van Boxtel. Actum als voor. (1399)

538 Jan Hanscomaker heeft beloofd als schuldenaar om aan Ygram van de Beke die 49 Strampraadse guldens (Stramprade was de muntmeester voor de Gelderse gulden) te zullen betalen, of ander goed geld, de helft ervan met a.s. St. Remiusdag en de andere helft op St. Remiusdag een jaar later. Datum op St. Antoniusavond, getuigen Aert van Hal, Aert van den Ors, Jan Andriessen, Jan van Lucel. (deze brief heeft Ygram overgedragen aan Willem van de Velde op de donderdag na St. Mathijsdag, St. Mathijs=21 september 1399)