Archieven

48 Rekest van Johan Willem Jorres lid van de gereformeerde kerk inhoudende dat hij, vermits de vrijwillige afstand van Berend van der Kappen vorster van het dorp Schijndel in kwartier Peelland die vorstersplaats vacant was geraakt en hij verzoekt in die functie van vorster aangesteld te mogen worden; een kopie van dit rekest gaat naar de hoogschout van stad en meierij. – zie ook folio 754 [approbatie door de Ho: Mo: en commissiebrief]

82 Rekest van de regenten van Schijndel in kwartier Peelland inhoudende dat ongeveer 16 jaren geleden een zekere persoon aldaar was komen inwonen en nl. Philips Muller gewezen soldaat onder het regiment van Pieter Baron van Lynden in staatse dienst hebbende ontvangen op 16 maart 1749 een paspoort nadat hij alvorens soldaat in genoemd regiment, onder de compagnie van van luitenant kolonel de Saint Amant en aldaar als een braaf krijgsman gediend heeft; intussen heeft Muller zich in Schijndel opgehouden met een dochter genaamd Catharina Elisabeth geboren te Herborn in het Nassause, doch wegens haar armoede zowel in genoemd dorp Schijndel als in de Meierij aalmoezen heeft gevraagd en gecollecteerd en voorts uit de diakonie en armenkas van Schijndel en andere plaatsen, zijnde van de ware gereformeerde christelijke religie waren geälimenteerd en onderhouden.; sedert enige tijd is genoemde Catharina Elisabeth Muller overvallen door krankzinnigheid wat zover ging dat ze, langs de straten lopende, allerlei ongeregeldheden uitvoerde zodat de supplianten beducht waren dat, wanneer hier niet tijdig in voorzien zou worden, dat meer en verder onheil te duchten was.; om zulks te voorzien hebben de supplianten het nodig geacht en zich verplicht gevoeld om Catharina op een secure wijze in een particulier huis binnen Schijndel provisioneel in bewaring te nemen, maar ze waren bevreesd dat ze de kosten voor een continu confinement van deze vrouwspersoon niet zouden kunnen opbrengen en de dame zelf bezit geen goederen en ze had geleefd van aalmoezen; ook de inkomsten van de armengoederen waren niet toereikend en ze dienen daarom een verzoek in bij de Ho: Mo: om zij zouden willen bewerkstelligen dat de kosten gedragen gaan worden door het kwartier Peelland, zoals een soort gelijk geval ook bekend is van uit Bergeijk in kwartier Kempenland uit 1763; een kopie van dit rekest wordt gestuurd naar de heren van de Raad van State belast met de Meierijse zaken.

42 Rekest van pastoor en kerkmeesters van de roomse gemeente te Schijndel in kwartier Peelland inhoudende dat de supplianten in een vaste en bestendige woning zowel van de 1e suppliant als zijn opvolgers graag in eigendom zouden willen verkrijgen ‘seekere huisinge erve thuis en agterhuisje, thans byden eersten suppliant bewoond en bewoond geweest en in eigendom toegekomen hebbende aan sijn praedessuer Silvester Idelet, soo als mede de erfgenaamen van evengemelde Idelt genaamd Jan van Eersel en Wilhelmus Bruynen, niet ongeneegen waren ten fine als voor gesegde huisinge aan de supplianten by koop af te staan en te transporteeren dan dat sulks niet konde of geschieden mogt sonder haar Hoog Mogende praealabel consent en permissie; versiekende de supplianten derhalven, dat haar Hoog Mogende hen gelieven te octroyeeren voorschreeve huisinge erve thuin en agterhuisje ten behoeve van bovengenoemde gemeente by koop te moogen overneemen, mitsgaders opgemelde Jan van Eersel en Wilhelmus Bruynen te authoriseerenom deselve huisinge erve thuin en agterhuisje aan de supplianten ten behoeven als voor en ten einde te dienen tot eene vaste wooninge soo van den tegenwoordige als volgende roomsche pastoors van Schijndel [er staat: Scheindel] meergemeld te mogen transporteeren, mits betaald wordende den 40e penning der somme waarop het by officier en scheepenen sal weesen getaxeert’; een kopie wordt toegestuurd aan de kwartierschout van kwartier Peelland. – zie ook folio 540

26 Rekest van Geertruyd van Velsen weduwe van Jan Dankaerts aangevende dat haar man in 1724 was aangesteld tot collator en administrateur der beurzen gefundeerd door Jan Huyberts van Loemel en dat Jan in 1755 is overleden en dat haar zoon Jan zijn vader was opgevolgd in die functie en dat beiden diverse moeilijkheden hadden gehad om de betaling van renten te verkrijgen o.a. in 1757 waarin de Ho: Mo: de rentmeester der geestelijke goederen in Peelland de Kempenaar hadden geliefd te gelasten de tienden van Schijndel gehorende aan de Theologische Faculteit te Leuven in arrest te nemen om daaruit vanwege achterstalligheid van renten ten laste van de stad Antwerpen en tbv gemelde administratie aan voornoemde zoon Jan te voldoen [met details]. – zie folio 533, 585