Archieven

32 Missive van de raad van state van de 15e op een rekest van de regenten van Dinther in kwartier Maasland en Pieter Teunis van den Bogaart en Pieter Gerrit van den Bergh woonachtig te Schijndel als borgen van Thomas Gerbrands gewezen collecteur van ’s lands en dorpslasten over de jaren 1749-1751 te Dinther, welke Gerbrands voortvluchtig bleek te zijn met een bedrag van 3910-15-0 als slot van zijn rekening van 1751 en de supplianten verzoeken om remissie en een akte in forma te verlenen, maar men gaat op dit verzoek niet in.

127 Rekest van de regenten der heerlijkheid Dinther in kwartier Maasland als ook van Peter Teunis van den Bogaert en Peter Gerit van den Bergh uit Schijndel als gebleven borgen voor Thomas Gerbrands gewezen collecteur van ’s lands middelen te Dinther, verzoekende haar Ho: Mo: aan de supplianten de som van 3910:15:4 ¼ waarmee zekere Gerbrands, gewezen collecteur van Dinther, zich voortvluchtig heeft gemaakt en mitsdien het slot van die conclusieve rekening van dat jaar komt uit te maken gelieven te remitteren en daarvan te verlenen een acte in forma; welk rekest wordt doorgezonden naar de Raad van State ter advisering aan de Ho: Mo: .

116 Rekest van Isacq Scriba, Hugo Jansse Verhagen, Hugo Jacobs van Berkel, Jacob Anthony Voets, Wynand van de Ven en Hermanus Rysterborgh allen uit Schijndel in kwartier Peelland inhoudende dat volgens een resolutie van de Raad van State dd. 20 september 1736 schepenen of regenten en secretarissen in de Meierij gehouden waren op het 1e blad der dorpsrekening te stellen en te tekenen een zeker declaratoir, waarbij ze moesten verklaren, op de eed in de aanvang van hun bediening gedaan, dat de rendant of rendanten van die rekening op order van de regenten [voor zoveel heb bekend was] van gemeentewege niet verder of anders had of hadden ontvangen of moesten ontvangen als in die rekening was verantwoord en dat ook niemand anders behalve de rendant of rendanten der rekening van gemeentewege in de tijd waarover gerekend werd, enige administratie van gelden of ontvangst had gehad, alsmede dat alle posten in uitgaaf gebracht effectief volgens de ordonnantie en kwitantie met de geannexeerde bewijzen, behoorden aan de personen in de rekening vermeld en tot dat einde daarbij uitgedrukt en dat derhalve om kosten te bedekken, geen andere personen genoemd of andere oorzaak der schuld gemeld waren; dat ingevolge van dien de vijf eerste supplianten als schepenen van Schijndel en de laatste als secretaris, dusdanig declaratoir hadden getekend op de dorpsrekening van Schijndel van 1745 opgenomen in 1750; dat aan de gemeente Schijndel een zeker broek of gemeente gelegen binnen hun plaats was toebehorende en de regenten van Schijndel gewoon waren om de 3 of 4 jaren aan de ingezetenen te permitteren om voor een zekere tax aldaar turf te steken en welke penningen voor ontvang in de dorpsrekening werden ogenomen; dat de supplianten ten tijde van het ondertekenen van genoemd declaratoir en opnemen der rekening,

84 Rekest van schepenen borgemeesters etc. representerende het corpus van Schijndel in kwartier Peelland met een verzoek om remissie op hun verpondingen i.v.m. 1500 lopensen land en gemene middelen wegens 160 huisgezinnen die zijn getroffen, welk rekest wordt doorgestuurd naar de Raad van State om advies.