

Int jair ons Heeren dusent vyfhondert ende een, negenthien dage in Januario.
Voor de schepenen van Ginneken, Jan Lippenss. en Jan Aertss., erkent Gielis Peter Rombout Theeuss. verkocht te hebben aan Willem van Bernagien ten behoeve van St. Catharinadal, een halster rogge, verpand naar inhoud van den schepenbrief van 26 Juni 1499 (nr. 544).
Op rugzijde : Jo. Hoghe (XVIe e.).
Afschrift : Cart. A. fol. 81 vso ; cart B, fol. 138 ; cart C, fol. 83 vso.

Int jair ons Heeren m.cccc negenendetnegentich den lesten dach in decembri.
Voor Laureys Janszoon en Bouden Henricxzoon, schepenen « in de palen vanden Hoeven, » tot Etten, verkoopt Jacob Andrieszoon de Tymmerman aan Willem van Barnaedzoon vijf gulden erfcijns op 2 gemet land, gelegen « in pieteren Straetken, oost aan Thoen Brabaer, zuid aan Willem Jan Clauszoon, west aan Cornelis Jans Hoonenzoon, noord aan Vrerick Vrericxzoon. [zie ook nr. 552]
Op keerzijde : Willem van Bernargien Cor. Koeck tot behoeff Claus Adriaen Scutszone. — Overgevest tot behoef der jouff. nonnen van sinte Katharina clooster buten Breda (XVIe e.). — ij — x st. Modo Peter Cornelis Urmar (XVIIe e.). — Q (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 110 vso ; cart. C, fol. 44.

Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert negen ende tnegentich sessentwintich dage in Junio.
Voor de schepenen van Ginneken, Gielis Jan Lippenszoon en Jan Aertszoon, verkoopt Anthonis Adriaen Gielissoen zoon van Bernagien aan Gielis Peterszoen 1 halster rogge, uit 1 sester erfpacht, volgens den schepenbrief van 17 Mei 1457 (nr. 409). [zie ook nr. 548]
Op keerzijde : Jo. Hoghe. — ij veertel rogs (XVIe e.). — Cornelis Janss. Vosken (XVIe e.). — G... Vos. — Erf. nu. 14. — by pas ghecocht a° 1501, 19 Januarii (XVIIe e.).
Afschrift : Cart. A, fol. 81 ; cart. B, fol. 137 ; cart. C, fol. 83 vso.

Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert ende negenentnegentich, opten vyerentwintichsten dach van Meye.
Voor Anthonijs van Nispen en Simon Heinrycxzoon, schepenen van Roosendaal, bekent Pieter van Lyere Metser, schuldig te zijn aan Jan vander Dong, Lambrechtszoon 9 stuivers, veronderpand op 13 roeden erf en het huis dat hij er op bouwen sal, gelegen in de Ooststraat van het dorp. [zie ook nrs. 561, 574]
Op rigzijde : Claustrum 9 st (XVIe e.). — ix st. tsjaers, op Geerit Stoeldreyers buys tot Rozendael, op die selve erve gaet noch uut aen ons xiij st. ij oort bij ons opgewonnen. — Nu gelost. — 1499, 24 Maii ; komt aen het clooster 1518 1 martii (XVIIe e.). — L (XVIIIe e.).
Afschrift : Cart. B, fol. 20, en fol 20 vso ; cart. C. Fol. 228 vso.

Opten viventwintichsten dagh van Augusto int jaer ons Heeren dusent vyerhondert acht ende negentich.
Gijsbrecht Henrixzoon en Bartholomeus Peter Janszoon schepenen te Prinsenhage, getuigen op verzoek van Willem van Bernagien, als rentmeester van St. Catharinadal, dat het erf, waarvan in erfbrief van 20 April 1372, gelegen is « achter den hovel geheyten die Enge, houdende omtrent een buynder luttel min of meer, gelegen neven Cornelis Meeuszoons erve oistwert, westwert neven Jan Maes soens erfgenamen erve westwert ende suytoistwert neven desa persoens erve vanden Haghe ». [zie ook nr. 554]
Op rugzijde : Geen aanteekeningen.

Int jaer ons Heeren dusent vyerhondert vier ende tnegentich, sesthien dage in December.
Voor Sweer Gorijszoon en Domaas Mertens-zoon, schepenen te Ter Heyden, heeft Jan Clercuszoon verkocht aan Kathelijn Michiel Ghybensoensdochter 4 gouden Arnoldus geldersche gulden erfcijns uit 8 gulden, naar inhoud van den schepenbrief van 10 Juni 1438 (nr. 342).
Op rugzijde : Jo. Hoghe (XVe e.).
Geen afschrift in cartularium.

Int jair ons Heeren dusent vyerhondert vier ende tegentich, vyer dage in october.
Voor Herman van Zelbach en Jan van Megen Janszoon, schepenen te Breda, heeft Jan Peter Peter Faytmanszoon een schuld bekend van 10 gulden van 20 grooten Vlaamsch, aan zijn moeder Hildegonde, Weduwe van Peter Faytmanszoon, op huis met bijgaande op den Haagdijk te Breda. [zie ook nr. 570]
Op rugzijde : Van ons bruer (XVe e.).

Int jaer ons Heeren M.CCCC. dryentneghentich, opten neghenentwintichsten dach in Aprille.
Voor dezelfde schepenen te Rosendaal, maakt dezelfde Cornelis Joeszoon onder dezelfde voorwaarden over aan St. Catharinadal een erfbrief van 27 1/2 stuivers naar inhoud van 1 schepenbrief van 29 Dec. 1480 (nr. 499).
Op rugzijde : Geen aanteekeningen.
Afschrift : Cart. B, fol. 17 vso ; cart. C. fol. 226 vso.

Int jaer ons Heeren M CCCC dryentnegentich, opten neghenentwintichsten dach van Aprille.
Voor Herman Willemszoon en Ghysbrecht Dierixzoon, schepenen te Roosendaal, heeft Cornelis Jooszoon, erfgenaam van Janne Jan Smitsdochter, opgedragen aan St. Catharinadal een erfbrief van 3 gulden 's jaars.
Op rugzijde : Geen aanteekeningen.
Afschrift : Cart. C, fol. 227.

Gescreven inden jaer M CCCC xcij der vjsten dach in Augusto.
Priorin Vander Veken van St. Catharinadal verkoopt 2 sester rogge onder Roosendaal, naar inhoud van schepenbrief van 10 Juni 1459 (nr. 415 ) [?].