skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Archieven

117 Garnizoenscommando's in Noord-Brabant, 1845 - 1974

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Geschiedenis * 
Taken garnizoenscommandanten
117 Garnizoenscommando's in Noord-Brabant, 1845 - 1974
Inleiding
Historisch overzicht
Taken garnizoenscommandanten
Over de taken van de gouverneur onder de republiek der Verenigde Nederlanden is hierboven reeds het een ander gezegd. Het Comité tot de Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande arresteerde op 8 juni 1796 het Reglement op den guarnisoens-dienst voor de armee in dienst van de Republiek der Vereenigde Nederlanden. Dit reglement bevatte een Instructie voor den commandant van een guarnisoen of plaats. Artikel 1 daarvan bepaalde dat de commanderend officier zich in het bijzonder diende toe te leggen op de goede orde, discipline en de goede verstandhouding tussen de burgers en militairen. Verder bevatte het orders over parades, voor patrouilles en de wacht bij de poort. Volgens Hardenberg ontbrak echter het toezicht op de uitvoering van genoemde instructies. * 
Bij besluit van het uitvoerend bewind van 18 november 1800 nr. 34 werd bepaald dat het toezicht op de dienst in de garnizoenen werd opgedragen aan plaatsmajoors. Officieren van het actieve leger voerden het tijdelijk bevel in de steden. In 1802 verscheen een nieuw reglement, het Reglement op den guarnisoens-Dienst voor de Armée in dienst der Bataafsche Republiek. * 
Ten tijde van het Koninkrijk Holland voerden Commandanten d'armes het bevel in frontplaatsen en forten. * 
In de in 1815 verschenen Instructie voor de plaatselijke commandanten en plaatsmajoors stond bepaald dat de plaatselijke kommandanten (...) permanent het bevel (voerden) in de steden (...) aan hunne zorg toevertrouwd. Deze bevoegdheid kon hun slechts worden ontnomen in bepaalde gevallen. De plaatselijk commandant was verantwoordelijk voor de veiligheid van de plaats. Daartoe diende hij posten te stellen en schildwachten op patrouilles uit te zenden. Hij moest zorgen voor het onderhoud en inspectie van de rijksgebouwen in zijn garnizoen. Ook onderhield hij het contact met de burgers en trachtte hij de verstandhouding met deze te bevorderen middels geregeld overleg met de burgemeester. Verder ontwikkelde de plaatselijk commandant een plan voor verdediging voor het geval zijn stad zou worden aangevallen en trainde hij de troepen onder zijn bevel. In tijd van oorlog viel de gewapende burgerwacht en brandweer onder onmiddelijk bevel van de plaatselijke kommandant. Volgens artikel 23 van de instructie was hij persoonlijk verantwoordelijk voor het behoud van de stad onder zijn bevel.
Zoals gezegd werd in 1927 een nieuw reglement vastgesteld. *  Artikel 6 bepaalde dat de garnizoenscommandant belast was met de handhaving van orde en rust onder de niet in dienst zijnde militairen, die zich in Garnizoenbuiten de kazerne bevonden. Hij was daartoe gerechtigd deze militairen de toegang tot woningen, dan wel het bijwonen van vergaderingen en voorstellingen te verbieden. Tot de verantwoordelijkheid van de garnizoenscommandant behoorde volgens dit reglement verder het regelen van het gebruik van de voor Garnizoenbestemde terreinen en lokalen. Ook bepaalde hij de gedragsregels van Garnizoenbij brand in of nabij kazernes. Verder bevatte het reglement bepalingen en verplichtingen omtrent wachtdiensten en patrouilles, parades, begrafenissen met militair eerbetoon, rouw en ere- en saluutschoten.
De beperking van de taak van de garnizoenscommandant, waarover reeds hierboven werd gesproken, werd gereflecteerd in dit nieuwe reglement. Zo werd er niet meer gesproken over persoonlijke verantwoordelijkheid voor het behoud van de stad; Garnizoenhad zijn strategische functie verloren. Vervolgens breidde in de jaren dertig de verantwoordelijkheid van de garnizoenscommandant zich onder meer uit met het voorbereiden en eventueel uitvoeren van de mobilisatie en het afslaan van strategische overvallen. *  In 1936 verscheen een nieuw reglement. * 
Ook na de Tweede Wereldoorlog werden regelmatig nieuwe reglementen op de garnizoensdienst vastgesteld. *  Inhoudelijk verschilden deze echter niet wezenlijk van die welke van 1927. Bij KB van 9 december 1965 nr. 52 werd het reglement van 2 maart 1951 ingetrokken. In een toelichting op het ontwerp-KB schrijft de toenmalige minister van defensie, De Jong, dat het betreffende reglement verouderd was, dat er herhalingen in voorkwamen, dan wel dat het te gedetailleerd was. Voorts stelde de minister, dat het regelen van de garnizoensdienst voortaan niet meer bij afzonderlijk KB hoefde plaats te vinden, maar dat daarbij kon worden volstaan met ministeriële voorschriften.
Over de taken van de garnizoenscommandant in oorlogstijd, en de voorbereiding hierop, werd in de respectievelijke reglementen niets vermeld. Toch had de garnizoenscommandant vanaf de jaren dertig de taak om bij mobilisatie in zijn ressort een aantal voorbereidingen te treffen.
In een verslag van een contactbijeenkomst van de burgemeesters van de gemeenten behorende tot het gezagsgebied Deventer en de garnizoenscommandant uit 1965 wordt een kort maar volledig overzicht gegeven van de taken van de garnizoenscommandant in vredes- en oorlogstijd. *  Naast de mobilisatievoorbereiding, de verkeersregeling die hiermee samenhangt, noemt men in dit verslag de rampenbestrijding en de uitvoering van militair gezag als taak van de garnizoenscommandant in oorlogstijd.
Krachtens het aanwijzingsbesluit militair gezag van 1965 kon deze militair gezag uitvoeren in een vastgesteld gebied tijdens de staat van beleg dan wel de staat van oorlog. * 
Commando garnizoen Bergen op Zoom
Commando garnizoen Breda
Commando garnizoen Eindhoven
Commando garnizoen Gilze-Rijen
Commando garnizoen Grave
Commando garnizoen Helmond
Commando garnizoen 's-Hertogenbosch
Commando garnizoen Oirschot
Commando garnizoen Tilburg
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1845-1974
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2034 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.
Categorie: