skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Archieven

16 Gewestelijke en departementale besturen Brabant, 1795 - 1814 N.B. Stukken vanaf 1770

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
1795-1810 i
16 Gewestelijke en departementale besturen Brabant, 1795 - 1814 N.B. Stukken vanaf 1770
Inleiding
Historisch overzicht
1795-1810

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
Op 10 februari 1793 werd aan de Staten Generaal van de republiek der Verenigde Nederlanden medegedeeld, dat de Franse nationale conventie aan de niet souvereine erfstadhouder van deze republiek negen dagen tevoren de oorlog had verklaard. *  Desondanks voorzag Portiez de l'Oise, de vertegenwoordiger van het Franse bewind in het door dit bewind veroverde deel van het later Noordbrabantse gebied, op 8 januari 1795 nog niet, dat deze erfstadhouder voormelde republiek reeds tien dagen later zou verlaten. Op deze 8ste januari richtte voornoemde vertegenwoordiger namelijk een centrale administratie van de veroverde landen in Holland op. * 

Aangezien dezelfde Portiez de l'Oise op 20 januari 1795 met andere vertegenwoordigers van het Franse bewind verklaarde, dat alleen het Bataafse volk zijn bestuursvorm op grond van zijn oppergezag kon veranderen of wijzigen, bleef het gebied van voornoemde administratie beperkt tot de ten zuiden van de Waal veroverde delen van Staats Brabant en Nederland. *  Bij dit gebied, dat op 8 januari 1795 uit de arrondissementen Grave, 's-Hertogenbosch en Breda bestond, werd vijf dagen later het arrondissement van het voormalig Hollandse Heusden gevoegd.
Op 31 maart 1795 werd de centrale administratie vervangen door een opperadministratie, die geen zeggenschap had over de na 13 januari 1795 door de Fransen veroverde steden Bergen op Zoom, Breda en Steenbergen en in Neusden geen veranderingen aan mocht brengen. *  Op 16 mei daaraanvolgende werd Staats Brabant, dat met de landen van Overmaze een generaliteitsland vormde, in tegenstelling tot deze landen aan de republiek der Verenigde Nederlanden teruggegeven krachtens het te 's-Gravenhage ondertekende vredesverdrag.

Niettemin kwamen sedert 11 juni 1795 provisioneel hetende representanten van het generaliteitslandsdeel Staats Brabant te Tilburg bijeen, die vijf dagen later aan Staten Generaal van voornoemde republiek verzochten als integrerend lid van het bondsgenootschap des Bataafse volk te worden erkend. Op 23 juni verklaarden voornoemde staten, dat zij tot die erkenning niet bevoegd waren. *  Zij verzochten evenwel derhalve aan de besturen van de verenigde provinciën Bataafs Brabant niet langer als wingewest te beschouwen. Dit werd achtereenvolgens door de besturen van Holland, Friesland, Gelderland, Zeeland, Overijssel en Stad en lande verklaard. Op 29 september 1795 werd de Zeeuwse verklaring door de Staten Generaal van de republiek der Verenigde Nederlanden overgenomen. Voornoemde representanten hadden er dan ook verzet tegen aangetekend, dat deze staten een schrijven aan de commissie van de generaliteitslanden hadden gericht . * 
Opmerkelijk is hierbij, dat Dinteloord en Willemstad tijdens de in oktober 1795 gehouden volkstelling bij Holland werden geteld, hoewel de bewoners dezer heerlijkheden evenals de andere van Staats Brabant en de landen van Overmaze van schepenbanksvonnissen in beroep plachten te gaan bij de exterritoriaal te 's-Gravenhage gezetelde Raad van Brabant. Deze onjuiste telling werd dan ook reeds in de volkstellingsuitslag zelf verbeterd. * 

Hoewel voornoemde volkstelling mede werd gehouden om de overkoepelende organen der in gemeenten veranderde schepenbanksgebieden staatsrechtelijk te vervangen en deze organen voor de rechtelijke organisatie geen betekenis hadden, dient de overkoepelende indeling van Staats Brabant voor het raadplegen van stukken betreffende de financiële administratie te worden medegedeeld. Voor deze administratie hebben de gebieden van voornoemde organen namelijk tot de Franse inlijving in 1810 gegolden.

Daarom wordt hier vermeld, dat de meierij van 's-Hertogenbosch, die het meest bevolkte deel van Staats Brabant was, uit de vrijheid van 's-Hertogenbosch en de kwartieren Kempenland, Maasland, van Oisterwijk en Peelland bestond en het markiezaat van Bergen op Zoom uit vier naar de windstreken vernoemde kwartieren. De baronie van Breda, die uit de stad Breda, statendorpen en als afzonderlijke rentambten geadministreerde heerlijkheden bestond, was door een personele unie verbonden met de heerlijkheden Dinteloord of Prinsenland, Steenbergen en Willemstad, de baronie Grave en het land van Cuijk. Laatstgenoemd land was verdeeld in een nederambt en een overambt.
Op 1 januari 1796 kwamen nieuwe representanten van Bataafs Brabant bijeen, die zich niet meer provisioneel noemden. Desondanks werden deze representanten pas volwaardig in de Staten Generaal van de republiek der Verenigde Nederlanden vertegenwoordigd, toen deze Staten hun bevoegheden op 1 maart daaraanvolgende hun bevoegdheden aan de nationale vergadering van de Bataafse republiek overdroegen. Op de zelfde dag werd de representantenzetel in Bataafs Brabant naar 's-Hertogenbosch verplaatst.

Volgens het in 1797 verworpen grondwetsontwerp van de Bataafse republiek zou het later Noordbrabants geworden gebied over drie van de vijftien ontworpen departementen worden verdeeld. *  Mede wegens voornoemde ontwerpsverwerping ondernam Pieter Vreede op 22 januari 1798 een staatsgreep ten gevolge waarvan de representanten van Bataafs Brabant zeven dagen later door een intermediair representatief bestuur werden vervangen.

Op 17 november 1798 werd krachtens de in april goedgekeurde grondwet een proclamatie uitgevaardigd, volgens welke het later Noordbrabantse gebied bij twee van de acht op te richten departementen van de Bataafse republiek zouden behoren. Het deel van Bataafs Brabant ten oosten van de Donge vormde dientengevolge met het ten zuiden van de Waal gelegen deel van Gelderland het departement van de Dommel, waarvan het bestuur te 's-Hertogenbosch zetelde. Het deel ten westen van de Donge behoorde daarentegen met de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden bij het departement van Schelde en Maas, waarvan het bestuur te Middelburg zetelde.
Naast voornoemde departementsbesturen fungeerden commissarissen tot de administratie van de financiën in het voormalige gewest Bataafs Brabant, die op 21 juli 1802 door een commissie van financiën in Bataafs Brabant werden vervangen. Op deze datum maakten voornoemde acht departementen namelijk krachtens de in 1801 goedgekeurde grondwet plaats voor andere, waarvan de grenzen meer met die van de voormalige gewesten van de republiek der Verenigde Nederlanden overeenstemden. Niettemin werd het eertijds Hollandse Heusden bij Bataafs Brabant gevoegd.

Op 16 augustus 1803 scheidde het bestuur van Bataafs Brabant Westelbeers af van de bij het kwartier van Oisterwijk behoord hebbende halfheerlijkheid Hilvarenbeek en voegde het bij het bij Kempenland behoord hebbende schepenbanksgebied van Oost- en Middelbeers. Het Graafschap Bokhoven, de baronie Boxmeer, de commanderij van Gemert, de landen van Megen en Ravenstein en het voormalig Kleefse Oeffelt, die in 1648 bij het Duitse rijk bleven behoren en krachtens het vredesverdrag van Campo Formio aan de Bataafse republiek waren overgedragen en van 1800 tot 1805 als gecedeerde landen door met superintendentie belaste staatsbewindcommissarissen waren beheerd, werden op 25 september van laatstgenoemd jaar bij Bataafs Brabant gevoegd. * 
Erfgoedstuk
Op 21 december van hetzelfde jaar werden de stad Geertruidenberg, de voormalige hoge heerlijkheden Niervaart, Zevenbergen en Zwaluwen en de voormalige ambachtsheerlijkheden Drongelen, Raamsdonk, Groot en Klein Waspik, 's-Gravenmoer, 's-Grevelduin-, Nederveen- en Zuidewijn-Capelle, Besoijen, Oudheusden, Elshout, Herpt en Bern, Hedikhuizen, Onzenoort, Vlijmen en Engelen van Holland afgescheiden en bij Bataafs Brabant gevoegd met uitzondering van het Zevenbergense Strijen Sas en enige onbewoonde gebieden ten noorden van het Oude Maasje. Bovendien werden de van Gelderland afgescheiden heerlijkheden Oijen en Dieden en de van Zeeland afgescheiden heerlijkheden Hinkelenoord en Nieuw-Vossemeer bij Bataafs Brabant gevoegd.

Op 5 juni 1806 werd de Bataafse republiek tot koninkrijk Holland verheven. Krachtens een wet van 13 april 1807 werden op 8 mei daaraanvolgende landdrosten in de departementen van dit koninkrijk aangesteld. *  Op 11 november van hetzelfde jaar sloten de Franse en Hollandse bewinden een verdrag te Fontainebleau. Krachtens dit verdrag werd het voormalig Luikse Luijksgestel op 29 augustus 1808 bij het Hollandse departement Brabant gevoegd in ruil voor het voormalig Kempenlandse Lommel, dat op 27 november van laatstgenoemd jaar aan de prefect van het Franse departement van de Nedermaas werd overgedragen. *  Zo had het in 1810 door Fransen ingelijfde Hollandse departement Brabant sedert 1808 ongeveer dezelfde grenzen als het in 1815 Noordbrabants geworden gebied na een nieuwe ruil van Lommel voor Luiksgestel in 1819 zou krijgen.
1810-1814 i
Beschrijving van de archieven
Voor een historisch overzicht en meer informatie zie gids van J. Bos-Rops, J. Sanders en A. van Vliet, Noord-Brabant in de Bataafs-Franse tijd 1794-1814: een institutionele handleiding (2002) en de in het jaar 2000 verschenen gids Noord-Brabant in de Bataafs- Franse tijd 1794-1814.
Aanwijzingen voor het gebruik
Bijlagen
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1770-1814
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch