In februari 1914 vroeg R.A.M.J.J. (Reinier) Jansen (1880-1954) bij Burgemeester en Wethouders van Breda een hinderwetvergunning aan in verband met zijn plannen tot oprichting van een bedrijf voor het bereiden van vruchten- en groentenconserven. Hij wilde het bedrijf vestigen op de eerste verdieping van het pakhuis grenzend aan zijn woning aan de Academiesingel 9 in Breda. De vader van Reinier dreef een comestibleszaak annex exporthandel in groenten en fruit onder de naam Fa. A.G.T. Jansen & Zoon. Vooral met de Zwitserse Conservenfabrik Lenzburg vorm. Henckell und Roth werd een innige handelsrelatie onderhouden. Omdat met name zacht fruit, zoals frambozen, aarbeien en bessen, tijdens het transport gevoelig was voor bederf, drong deze Zwitserse fabriek aan op verwerking en verduurzaming van dit fruit tot halffabrikaten (vruchtenpulp) door voornoemde Fa. A.G.T. Jansen & Zoon. Het conservenbedrijf aan de Academiesingel was een eerste stap in die richting. Het lag in de bedoeling in Breda of omstreken een moderne conservenfabriek te bouwen. De financiering zou grotendeels plaats vinden met Zwitsers kapitaal en Reinier Jansen zou directeur worden. Bij notariële akte van 22 juli 1914 werd hiertoe de N.V. Hero Conserven Breda opgericht (HERO is een samentrekking van de namen HEnckel en ROth). Een week later brak echter de Eerste Wereldoorlog uit, waardoor de plannen tot de bouw van een conservenfabriek voorlopig geen doorgang konden vinden. Hero Conserven Breda kende zodoende een uiterst bescheiden start. De eerste campagne werd ingegaan met slechts zes werknemers. Maar mede dank zij leveranties aan de oorlogvoerende landen, groeide het bedrijf in die beginjaren fors.

In juni 1921 was de nieuwe conservenfabriek, gelegen in Teteringen even buiten Breda, gereed. Zij fungeerde niet alleen als toeleveringsbedrijf van de fabriek in Lenzburg, maar ook als produktiebedrijf met een volwaardig assortiment eindprodukten, bestemd voor de Nederlandse markt en de export naar omringende landen. Met name door de ontwikkelingen op de internationale valutamarkt, waardoor Nederlandse conserven voor het buitenland te duur werden, richtte Hero zich in het begin van de jaren twintig voornamelijk op de binnenlandse markt. En met succes; het assortiment Hero-produkten dat door Hero Breda werd geproduceerd was van aanvang af opvallend breed. De verpakking van de produkten was zowel op levering aan klein- als op grootverbruikers ingesteld. Vanaf 1924 werd de distributie landelijk opgezet. Daartoe werden depots gevestigd in Amsterdam, Groningen, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

In de tweede helft van de jaren twintig werd de fabriek in Teteringen drastisch uitgebreid. In 1929 nam Hero een kleine conservenfabriek in Beverwijk over, speciaal voor de voorconservering van zacht fruit voor overzeese export. Inmiddels had Hero ongeveer 500 werknemers in vaste dienst, waar tijdens de campagnes nog eens 600 seizoenarbeiders bij kwamen. Ook het assortiment dijde voortdurend uit. De (toenemende) bedrijvigheid bij Hero stimuleerde de economische ontwikkeling van West-Brabant. Met name telers van groenten en fruit, transportondernemers en het veilingwezen profiteerden van de groei van Hero.

In 1932 werd een nieuwe drankenfabriek in gebruik genomen waar in februari 1933 de eerste flesjes Perl werden afgevuld. Perl was een koolzuurhoudende appelnektar, geproduceerd op basis van een met het Zwitserse bedrijf Jules Schlör A.G. gesloten licentieovereenkomst. Voor de verkoop van Perl werd een nieuwe verkooporganisatie opgezet. Mede dank zij een intensieve reclamecampagne was Perl een groot succes. Succesvoller nog dan Perl waren de vruchtenlimonades die Hero in het kielzog van Perl introduceerde zoals Sinas (1936), Cassis (1938) en Cerise (1941). Binnen enkele jaren groeide Hero uit tot Nederlands belangrijkste producent van vruchtenlimonades en vruchtesappen. Ook na de Tweede Wereldoorlog zette de groei door. De vraag naar Hero-dranken was zo groot dat in februari 1949 in de Perlfabriek een tweeploegensysteem werd ingevoerd. Vanwege de ontoereikende produktiecapaciteit zag Hero zich gedwongen het systeem van gerantsoeneerde levering van dranken, voorheen een gevolg van de suikerschaarste, te continueren. Een jaar later draaide de Perlfabriek zelfs volcontinue (drieploegensysteem). Op 15 juli 1950 werd de tweede Perlfabriek (Perl II) in gebruik genomen, waardoor het totaal aantal bottellijnen op vijf kwam. De vraag bleef stijgen. In 1952 werd Perl III gebouwd en in 1953 werd een gebouw in gebruik genomen speciaal voor de opslag en uitlevering van dranken (Perl Expeditie).

In tegenstelling tot de explosieve groei van de drankenomzet in het begin van de jaren vijftig, wilde het met de conservenomzet niet erg vlotten. De voornaamste oorzaak hiervan was dat de handel in blik pas in de loop van 1952 werd vrijgegeven.

Voor de export van dranken naar België en Luxemburg richtte Hero in 1954 de N.V. Hero Drinks te Brussel op. Al spoedig werden via deze Belgische dochteronderneming ook conserven afgezet, al bleven dranken de boventoon voeren. Sedert 1963 beperkte Hero Drinks zich weer uitsluitend tot de verkoop van dranken. Het Brusselse depot werd opgeheven en de distributie van Hero-dranken naar België geschiedde voortaan vanuit Breda. Het Brusselse verkoopkantoor werd in 1971 nieuw leven ingeblazen. De naam N.V. Hero Drinks werd in september 1979 gewijzigd in N.V. Hero Belgium. Eind 1985 werd besloten de verkoop van Hero-produkten in België te laten behartigen door de N.V. Wander te Brussel. Behalve naar België vond in de jaren vijftig voor het eerst een bescheiden drankenexport naar Duitsland plaats. Voor de export van conserven naar dat land werden eind jaren zestig drie Duitse importeurs aangesteld. Op 31 augustus 1972 opende Hero een eigen verkoopkantoor in Duitsland: Hero Deutschland GmbH. In 1980 werd weer overgegaan op een Duitse importeur.

Begin jaren zestig raakten de magazijnen van Hero steeds voller. De kosten van opslag drukten steeds zwaarder op de vaste kostendekking, waardoor het gehele Hero-assortiment zich sluipenderwijs uit de markt dreigde te prijzen. Hierop volgde een sanering van het conserven- en drankenassortiment. Om strategische redenen handhaafde Hero echter een aantal verliesgevende produkten. Ook sloot Hero enkele depots: Rotterdam in 1964, Den Haag en Groningen in 1965 en Amsterdam in 1966. Dit laatste hing nauw samen met de in die jaren sterk veranderende structuur van de levensmiddelenmarkt waardoor het depotsysteem in onbruik raakte.

In de tweede helft van de jaren zestig had menig Hero-artikel te maken met stagnerende of dalende verkoopcijfers. Door produkt- en verpakkingsinnovatie probeerde Hero zijn marktpositie te verbeteren. In 1972 hoopte Hero met een deelname van 29 procent in het Belgische Conserves Alimentaires Culina S.A. in Thorembais-les-Béguines zijn aandeel in de groenteconservenmarkt te vergroten. De leiding van Culina was in handen van Hero. De produktie van Hero groenteconserven werd grotendeels naar Thorembais overgebracht. Culina leed in de jaren daarna echter aanzienlijke verliezen. In 1975 schreef Hero zijn deelneming in Culina volledig af, hetgeen leidde tot een verlies van circa 4,7 miljoen gulden.

Met de instelling van een ondernemingsraad nam in 1960 een verzakelijking in de verhouding tussen directie en personeel een aanvang. *  Met het vertrek van Frans (in 1980) en Joop Jansen (in 1981) respectievelijk als commissaris en als directeur algemene en juridische zaken, sloot Hero een lange periode af waarin het als familiebedrijf had geopereerd.

Forse verliezen van Hero waren in 1983 aanleiding voor het Zwitserse moederbedrijf opdracht te geven de Nederlandse vestiging door te lichten. Op basis hiervan besloot de directie het produktassortiment en de logistieke organisatie binnen Hero te saneren. Tevens opende Hero sedert 1984 strategische onderhandelingen met tal van concurrenten, zowel in de dranken- als in de conservenmarkt. De tweede helft van de jaren tachtig liet een voorzichtig herstel zien, mede dank zij de herstructurering van de interne organisatie en een nieuwe marketing- en verkooppolitiek. In 1986 beëindigde Hero de produktie van groentenconserven.

In 1987 versterkte Hero zijn positie op de confiturenmarkt door de overname van de Koninklijke Maatschappij De Betuwe B.V. te Tiel op 6 april van dat jaar. Bij de overname waren de marketing- en verkoopactiviteiten die verzorgd werden door Calvé-De Betuwe B.V., inbegrepen. Op 22 december 1987 nam Hero Schiffers Food B.V. te Hoensbroek en enkele er aan gelieerde werkmaatschappijen over. Hiermee verzekerde Hero zich van uiterst geavanceerde botteltechnologie met name voor de anderhalf liter kunststofflessen. Tevens boden de buitenlandse verkoopkantoren en handelsrelaties van Schiffers Hero de kans zijn export te vergroten. Ten slotte beschikte de Schiffers Groep over een eigen transportbedrijf dat vanuit Hoensbroek de aflevering van dranken verzorgde. Na de nodige herstructureringen die het samengaan van de drie bedrijven nu eenmaal vergden, werden in 1988 en 1989 forse omzetstijgingen genoteerd. In 1989, het jaar waarin Hero Nederland 75 jaar bestond, overschreed de omzet de 300 miljoen gulden.

Vanaf de oprichting tot 1 september 1980 was de naam van het bedrijf N.V. Hero Conserven Breda, daarna Hero Nederland N.V.. Op 12 maart 1984 zette Hero de Naamloze Vennootschap om in een Besloten Vennootschap. Sedertdien gaat het bedrijf als Hero Nederland B.V. door het leven.

Rijksarchief in Noord-Brabant, 1995