skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Stef Uijens
Stef Uijens RA Tilburg

Archieven

2010 Bureau voor Emancipatiezaken Noord-Brabant met rechtsvoorgangers, (1975) 1985-2004 (2006)

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Voorwoord
Beschrijving van het archief
1. Geschiedenis van de archiefvormende organen
Landelijke ontwikkelingen tussen 1973-1993
1.1 Voorop lopende Project-, initiatief- en werkgroepen
Onder invloed van de tweede emancipatiegolf in Nederland gingen in 1973 in verschillende steden vrouwen rond de tafel zitten om informeel te praten over zaken die hen bezig hielden en waarover men meer wilde weten. Voordat het tot oprichting van de steunpunten kwam, werden er allerlei initiatieven ondernomen in de vorm van een therapiecentrum, kleinschalige vrouwenbedrijfjes en projecten als Vorming en Emancipatie (VOEM). In het archief van bureau emancipatiezaken zijn enkele van deze archiefjes aangetroffen en opgenomen in de inventaris.
1.1.1 Provinciaal Vos-Project (PVP)
2010 Bureau voor Emancipatiezaken Noord-Brabant met rechtsvoorgangers, (1975) 1985-2004 (2006)
Inleiding
1. Geschiedenis van de archiefvormende organen
1.1 Voorop lopende Project-, initiatief- en werkgroepen
1.1.1
Provinciaal Vos-Project (PVP)
Datering:
1976-1985
De sectie “Education Permanente” van de Provinciale Vrouwenraad meldde in 1975 dat er een leemte bestond op het terrein van de vormingsactiviteiten voor vrouwen en vooral voor de kansarmen onder hen. Er werd een provinciale steungroep gevormd die bestond uit vrouwen uit de Provinciale Vrouwenraad Noord-Brabant, diverse vormingsinstituten, Provinciale Bibliotheekcentrale, Vormingswerk Jong Volwassenen, Culturele Raad en het Provinciaal Opbouworgaan (PON). Om richting en invulling te geven aan de leemte, startte de steungroep in 1976 het driejarig Provinciaal VOS-Project (PVP). VOS staat voor Vrouwen Oriënteren zich in de Samenleving en had uiteindelijk tot en met 1985 onafgebroken als doelstelling: het op gang brengen en bevorderen van een bewustwordingsproces bij Brabantse vrouwen met beperkte ontwikkelingsmogelijkheden.
Het PVP werd gesubsidieerd door de provincie Noord-Brabant. Het project was juridisch aangehaakt en gehuisvest bij het PON aan de Stationsweg 15 te Tilburg en had geen eigen bestuur. De provinciale steungroep functioneerde als dagelijks bestuur en was verantwoordelijk voor de beleidsbepaling en financiën van het project. De steungroep had echter eigen beslissingsbevoegdheid en droeg de uiteindelijke verantwoording voor alle beleidsaspecten zoals: informatie, publiciteit, begeleiding, evaluatie en financiën. Het PON droeg zorg voor de coördinatie, de administratie en de technische dienstverlening. De drie beroepskrachten waren in dienst van het PON. De beroepskrachten waren belast met de coördinatie van de provinciale activiteiten zoals bijscholing, kadertrainingen VOS-cursussen en studiedagen. Daarnaast bereidden ze de vergaderingen van de steungroep voor, bewaakten de financiën, droegen zorg voor het opstellen van notities en coördineerden de in- en uitstroom van informatie.
De PVP-activiteiten hadden als algemene karakteristiek dat zij gericht waren op het vergroten van het inzicht bij vrouwen in de eigen situatie in relatie tot de maatschappelijke verhoudingen. De activiteiten werden steeds in het perspectief geplaatst van bewustwording, ontwikkeling en emancipatie.
Het werkgebied was de provincie Noord-Brabant, met uitzondering van grotendeels West-Brabant, waar het Vormingsinstituut West-Brabant het vrouwenwerk ondersteunde.
Vanaf 1983 vonden er verschuivingen plaats in het werk en werkveld. Het project was niet meer hoofdzakelijk gericht op de opzet, uitvoering en financiering van scholingen, trainingen e.d. Het accent kwam veel meer te liggen op deskundigheidsbevordering en ondersteuning van bovenplaatselijke groepen naar het zelfstandig uitwerken en opzetten van activiteiten. In financiële zin betekende dat een verschuiving van activiteitenkosten van het provinciale budget naar een bovenplaatselijk budget en een verschuiving van activiteiten naar ontwikkeling en ondersteuning. Daarnaast werden vanaf 1982/1983 provinciale steunpunten vrouwenemancipatie opgericht. Dit bracht de provincie in onzekerheid over de relatie van de PVP tot het bredere werkterrein van de van Rijkswege gesubsidieerde vrouwensteunpunten. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant besloten tot een evaluatie van het PVP-project. Na de evaluatie besloten Gedeputeerde Staten om de subsidie per 1 januari 1986 te beëindigen. Gedeputeerde Staten stemden op 13 december 1985 in met het Jaarprogramma 1986 vrouwenemancipatiewerk. In dit jaarprogramma was vastgelegd dat vanaf 1 januari 1986 de steunfunctie emancipatie niet meer bij het PVP-project was ondergebracht. In een brief van 24 december 1985 gaven Gedeputeerde Staten aan dat zij het liefst de steunfunctie ondergebracht zagen in één voor iedereen toegankelijke structuur.
Tevens signaleerde GS zodanige verschillen binnen het vrouwenwerk dat zij de steunfunctie emancipatie tijdelijk wilden opsplitsen en het ene gedeelte onderbrengen bij de Provinciale Vrouwenraad en het andere bij de stichting OPEN.
Vervolg 1986: Stichting OPEN en Provinciale Vrouwenraad
1.1.2 Stichting Regionaal Steunpunt Emancipatie Activiteiten voorheen Project Vorming en Emancipatie (VOEM) van de Vereniging Steungroep Welzijn- en Opbouwwerk Midden-Langstraat
1.1.3 Initiatiefgroep Discussie Vrouwenemancipatiebureaus
1.1.4 Kerngroep Emancipatoir Vrouwenwerk Noord-Brabant en Open Beraad
1.2 Stichting Vrouwensteunpunten Noord-Brabant
1.3 Stichting Ondersteuning Plaatselijk en Regionaal Emancipatiewerk Noord-Brabant (OPEN)
1.4 Stichting Provinciale Vrouwenraad Noord-Brabant (PVR)
1.5 Provinciaal Bureau Basisemancipatie voorheen Werkgeverscommissie Basisemancipatie (WSB)
1.6 Emancipatiebureau Noord-Brabant voorheen Stichting Vrommes bureau voor emancipatievraagstukken
1.7 Stichting Noord-Brabants steunfunctie-instituut Vrouwenemancipatie “Emancipatie Ondersteunings Stichting”(EOS)

1.8 Stichting Bureau voor Emancipatiezaken Noord-Brabant
2. Verantwoording van de inventarisatie
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
4. Overzicht van geraadpleegde literatuur en bronnen
5. Overzicht van gebruikte afkortingen
6. Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1975-2006
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch