In Buschoducis; 8 kalendas julii.
Theodericus, heer van Herlar, oorkondt, dat hij zijn voogdij ("advocatiam") over de uithof ("curia") in Berlechem en zijn bezit aan cijnzen, linnen, jaardiensten en anderszins heeft verkocht aan abt Henricus en het convent van B. Maria in Berna voor 28 pond-leuvens, met uitzondering van zijn ministerialen; met als getuige o.a. proost Theodericus (van Berne).
In Buschoducis; 8 kalendas julii.
Theodericus, heer van Herlar, oorkondt, dat hij zijn voogdij ("advocatiam") over de uithof ("curia") in Berlechem en zijn bezit aan cijnzen, linnen, jaardiensten en anderszins heeft verkocht aan abt Henricus en het convent van B. Maria in Berna voor 28 pond-leuvens, met uitzondering van zijn ministerialen; met als getuige o.a. proost Theodericus (van Berne).
b. Afschrift in G. van den Elsen, Ms.-Berlicum, blz. 25.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.32.
d. Gedrukte tekst in O.B. De Fremery, nr.84.
e. Gedrukte tekst in O.B. Camps, nr. 198.