1285, mense aprili.
Waltherus, abt en het convent van het klooster van Berna oorkonden, dat zij van deken en kapittel van S. Johannes in Leodium in pacht hebben gekregen hun goederen en rechten in Audehusdinne, Hedinchusen, Engelen en Vlimen en in het gebied van Husdinne, met de patronaatsrechten van deze dorpen, en hun cijnzen in Beke (Hilvarenbeek), Zonne en Endehoven, tegen een erfpacht van 19 mark-luiks.
1285, mense aprili.
Waltherus, abt en het convent van het klooster van Berna oorkonden, dat zij van deken en kapittel van S. Johannes in Leodium in pacht hebben gekregen hun goederen en rechten in Audehusdinne, Hedinchusen, Engelen en Vlimen en in het gebied van Husdinne, met de patronaatsrechten van deze dorpen, en hun cijnzen in Beke (Hilvarenbeek), Zonne en Endehoven, tegen een erfpacht van 19 mark-luiks.
b. Gedrukte tekst in O.B. Van den Bergh, II, nr.545.
c. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.62.
d. Gedrukte tekst in O.B. Camps, nr. 419.
Nota 1. Voor de datering, zie nota bij vorig regest. De tekst van de akte is van gelijke strekking als die van de tekst in het vorig regest, maar de formulering is belangrijk verschillend.
Nota 2. Hoevenaars vermeldt, ca. 1900, in zijn Kopieboek, I, bij nr.62, dat het origineel zich toen bevond in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel, nr.48; waaraan hij echter later toevoegde, dat het stuk berustte in het Rijksarchief aldaar.