Dinsendaegs na Sente-Niclausdach.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Minneken met haar voogd, met haar zonen Storm en Lippinen en met Jan Mondopen als voogd van zijn vrouw, de dochter van Minneken, aan Ansem de Beckers heeft opgedragen een cijns van 10 en een halve schelling uit het woonerf van Pieter die Beckere op de dam achter Minnekens erf; waarna Ansem deze cijns weer heeft opgedragen aan vrouwe Jutte, vrouw van Jan Brusten.
Dinsendaegs na Sente-Niclausdach.
Schepenen van Huesden oorkonden, dat Minneken met haar voogd, met haar zonen Storm en Lippinen en met Jan Mondopen als voogd van zijn vrouw, de dochter van Minneken, aan Ansem de Beckers heeft opgedragen een cijns van 10 en een halve schelling uit het woonerf van Pieter die Beckere op de dam achter Minnekens erf; waarna Ansem deze cijns weer heeft opgedragen aan vrouwe Jutte, vrouw van Jan Brusten.
b. Getypte tekst in Map-Afschriften.
c. Gedrukte tekst in: Het oudste cijnsregister van de Abdij van Berne uit 1376, ingeleid en van indices voorzien door G. van der Velden (Rijksarchief, 's-Hertogenbosch 1982) blz.153.