Acta sunt hec in Leven; in vigilia Ascensionis Domini.
Nicholaus van Druten, richter van de keizer en van het land tussen Mosa en Walus, oorkondt, dat Walterus Ulricuszn van Lewen ter ere Gods heeft geschonken aan abt en convent van het klooster beate Marie virginis zijn stukken land in het dorp en de dorpen van Lewen; waarvan er 1 ligt op de Zantacker, 1 op de Paddenpoel, 1 of meer stukken in de waard, 1 in Bextel, 1 of meer stukken op de Meer, 1 de Autacker, 1 de Weydenacker, 1 op de Henghstacker, 1 op de Krucacker; eveneens alle landerijen daarbij horende in de Werde en in de Broec; en dat Walterus voorn. zijn broer Goswuinus en hun zusters Ecka en Aleydis met hun voogden hiervan afstand hebben gedaan.
Acta sunt hec in Leven; in vigilia Ascensionis Domini.
Nicholaus van Druten, richter van de keizer en van het land tussen Mosa en Walus, oorkondt, dat Walterus Ulricuszn van Lewen ter ere Gods heeft geschonken aan abt en convent van het klooster beate Marie virginis zijn stukken land in het dorp en de dorpen van Lewen; waarvan er 1 ligt op de Zantacker, 1 op de Paddenpoel, 1 of meer stukken in de waard, 1 in Bextel, 1 of meer stukken op de Meer, 1 de Autacker, 1 de Weydenacker, 1 op de Henghstacker, 1 op de Krucacker; eveneens alle landerijen daarbij horende in de Werde en in de Broec; en dat Walterus voorn. zijn broer Goswuinus en hun zusters Ecka en Aleydis met hun voogden hiervan afstand hebben gedaan.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.588.
Nota. Het woord "pecia", dat hier vertaald is door: stuk, kan ook specifiek hond betekenen; zie ook R.216.