Te Broesele; 1336, in Palmsondaghe.
Jan (III), hertog van Brabant, oorkondt, dat hij de ingezetenen van Rixtel, Aerle en Beka bevestigt in het bezit van hun gemeint, zoals deze door Miclaus de Svaave, drossaard van Brabant, is afgepaald na een geschil tussen deze ingezetenen en de heer van Gemart; met als getuigen heer Willem van Duvenvoerde en heer Lonys van Borgh, rentmeesters van Brabant.
Te Broesele; 1336, in Palmsondaghe.
Jan (III), hertog van Brabant, oorkondt, dat hij de ingezetenen van Rixtel, Aerle en Beka bevestigt in het bezit van hun gemeint, zoals deze door Miclaus de Svaave, drossaard van Brabant, is afgepaald na een geschil tussen deze ingezetenen en de heer van Gemart; met als getuigen heer Willem van Duvenvoerde en heer Lonys van Borgh, rentmeesters van Brabant.
b. Gedrukte tekst in A.F.O. Sasse van Ysselt, Oorkonden betreffende Rixtel ('s-Hertogenbosch 1920), blz.25-26, naar een origineel transsumpt van 19 juli 1462, maar onder de verkeerde datum 1336.
Nota. Voor de herkomst van dit afschrift, zie de nota bij het regest van 4 dec. 1300 (reg. nr.109).