Graaf Adolf van Cleve en van der Marck etc. bericht aan zijn drossaard, schouten, schepenen, heemraden en gezworenen in het Land van Ravestein en Herpen, dat hij toestaat dat die van het klooster van Berne en andere bewoners van de uithof onder Harpen (nl. op Gaal) ter voorkoming van wateroverlast, samen een zeer kleine waterafvoer van ½ voet in het vierkant zullen benutten, waarvoor zij ieder navenant - 7 rijnsgulden moeten betalen aan het timmerwerk van de sluis te Over-Langell en waarbij bepaald wordt, dat, wanneer de sluis te Over-Langell in de zomer, als het koren op het veld staat, bij wateroverlast gesloten moet worden, ook de zijlen dicht zullen bijven.
Graaf Adolf van Cleve en van der Marck etc. bericht aan zijn drossaard, schouten, schepenen, heemraden en gezworenen in het Land van Ravestein en Herpen, dat hij toestaat dat die van het klooster van Berne en andere bewoners van de uithof onder Harpen (nl. op Gaal) ter voorkoming van wateroverlast, samen een zeer kleine waterafvoer van ½ voet in het vierkant zullen benutten, waarvoor zij ieder navenant - 7 rijnsgulden moeten betalen aan het timmerwerk van de sluis te Over-Langell en waarbij bepaald wordt, dat, wanneer de sluis te Over-Langell in de zomer, als het koren op het veld staat, bij wateroverlast gesloten moet worden, ook de zijlen dicht zullen bijven.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.539.