Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tweeentachtigh, opten thienden dach van Decembre.
Voor Hendrik de Cuper Pieterszoon en Cornelis Jacopszoon, schepenen int vaertgerichte te Roosendael, en Cornelis Lambrechtszoon en Cornelis Jacopszoon schepenen in 't landgerechte, bekent Claas Corneliszoon schuldig te zijn aan Cornelis van Male Janszoon en zijn vrouw Katheline acht gulden op verscheidene panden. [zie ook nr. 508]
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tweeentachtigh, opten thienden dach van Decembre.
Voor Hendrik de Cuper Pieterszoon en Cornelis Jacopszoon, schepenen int vaertgerichte te Roosendael, en Cornelis Lambrechtszoon en Cornelis Jacopszoon schepenen in 't landgerechte, bekent Claas Corneliszoon schuldig te zijn aan Cornelis van Male Janszoon en zijn vrouw Katheline acht gulden op verscheidene panden. [zie ook nr. 508]