Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Elisabeth, weduwe van Wellinus van Beke, de helft die Heilwich, dochter van wijlen Hendrik Neven, en Hendrik Neven, zoon van Udo Jacopssoen, toekomt in een weide, overgedragen heeft aan Willem Colensoen, kanunnik in ’s-Hertogenbosch; deze weide lag in de parochie van Boxtel, op de plaats genaamd ‘dElsbroeck’, naast de plaats genaamd ‘die Hulsdonc’, tussen het erfgoed van Andreas Aben enerzijds en van Jacob van Geffen anderzijds en was verkocht door Heilwich, dochter van wijlen Hendrik Neven, en Hendrik Neven, zoon van Udo Jacopssoen, aan Lambert van Doernen, zoon van Christiaan, ten behoeve van Elisabeth. Elisabeth belooft aan Willem dat ze elke verplichting zal afdoen, op voorwaarde dat het weiland te schoot en te loot en te landrecht zal staan zoals andere wereldlijke goederen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gerard van Vladeracken en Gozewijn van Beek. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Elisabeth, weduwe van Wellinus van Beke, de helft die Heilwich, dochter van wijlen Hendrik Neven, en Hendrik Neven, zoon van Udo Jacopssoen, toekomt in een weide, overgedragen heeft aan Willem Colensoen, kanunnik in ’s-Hertogenbosch; deze weide lag in de parochie van Boxtel, op de plaats genaamd ‘dElsbroeck’, naast de plaats genaamd ‘die Hulsdonc’, tussen het erfgoed van Andreas Aben enerzijds en van Jacob van Geffen anderzijds en was verkocht door Heilwich, dochter van wijlen Hendrik Neven, en Hendrik Neven, zoon van Udo Jacopssoen, aan Lambert van Doernen, zoon van Christiaan, ten behoeve van Elisabeth. Elisabeth belooft aan Willem dat ze elke verplichting zal afdoen, op voorwaarde dat het weiland te schoot en te loot en te landrecht zal staan zoals andere wereldlijke goederen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gerard van Vladeracken en Gozewijn van Beek.