Hendrik van Ranst, ridder, heer van Boxtel en Kessel, staat het besloten klooster van de derde orde van Sint-Franciscus Sint-Elisabethsdal te Boxtel toe om het aantal geprofeste zusters van veertig uit te breiden tot zestig, met dezelfde rechten en plichten en vraagt samen met zijn echtgenote Hendrika van Haeften, vrouwe van Boxtel, en Hendrik van Zelhem Lottemszn., pastoor van Boxtel, aan Jan van Horne, bisschop van Luik, om dit te bekrachtigen. Hendrik van Zelhem Lottemszn. hecht tevens zijn goedkeuring aan deze uitbreiding. i
Hendrik van Ranst, ridder, heer van Boxtel en Kessel, staat het besloten klooster van de derde orde van Sint-Franciscus Sint-Elisabethsdal te Boxtel toe om het aantal geprofeste zusters van veertig uit te breiden tot zestig, met dezelfde rechten en plichten en vraagt samen met zijn echtgenote Hendrika van Haeften, vrouwe van Boxtel, en Hendrik van Zelhem Lottemszn., pastoor van Boxtel, aan Jan van Horne, bisschop van Luik, om dit te bekrachtigen. Hendrik van Zelhem Lottemszn. hecht tevens zijn goedkeuring aan deze uitbreiding.
Met de derde zegelsnede was de oorkonde aan de bevestigingsoorkonde van Jan van Horne, bisschop van Luik, d.d. 31 maart 1485 getransfigeerd.
A2: twee uithangend bevestigde zegels: S1 Hendrik van Ranst, heer van Boxtel en Kessel, brokstukken; S2 Hendrik van Zelhem Lottemszn., pastoor van Boxtel.
Met de derde zegelsnede was de oorkonde aan de bevestigingsoorkonde van Jan van Horne, bisschop van Luik, d.d. 31 maart 1485 getransfigeerd.