Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Engelbert van den Berselaer, zoon van wijlen Engelbert, een weiland in de parochie van Boxtel, op de plaats ‘Int Elsbroeck’, tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en van Bartholomeus de Momboir, zoon van Bartholomeus, anderzijds, dat verkocht was aan Frank van Langel ten behoeve van de eerstgenoemde Engelbert door Mechteld, dochter van wijlen Dirk Scut, heeft overgedragen aan meester Hendrik Pelgrom ten behoeve van het klooster van de zusters van de derde orde van Sint-Franciscus te Boxtel. Engelbert belooft elke verplichting af te doen voor de zusters, op voorwaarde dat het weiland te schoot, te loot en te landrecht zal staan zoals in andere wereldlijke goederen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Godfried Grotart van Oss en Ywan Kuijst. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Engelbert van den Berselaer, zoon van wijlen Engelbert, een weiland in de parochie van Boxtel, op de plaats ‘Int Elsbroeck’, tussen het erfgoed van de heer van Boxtel enerzijds en van Bartholomeus de Momboir, zoon van Bartholomeus, anderzijds, dat verkocht was aan Frank van Langel ten behoeve van de eerstgenoemde Engelbert door Mechteld, dochter van wijlen Dirk Scut, heeft overgedragen aan meester Hendrik Pelgrom ten behoeve van het klooster van de zusters van de derde orde van Sint-Franciscus te Boxtel. Engelbert belooft elke verplichting af te doen voor de zusters, op voorwaarde dat het weiland te schoot, te loot en te landrecht zal staan zoals in andere wereldlijke goederen.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Godfried Grotart van Oss en Ywan Kuijst.