Schepenen van Boxtel oorkonden dat Bartholomeus de Momboir, wettige zoon van Bartholomeus de Momboir, aan het convent en godshuis van de zusters van Sint-Elisabethsdal van de derde orde van Sint-Franciscus te Boxtel een sloot en een gracht beneden langs zijn erf heeft verkocht, oostwaarts van zijn huis en hovinge (te Boxtel) gelegen buiten de Oostwaartse brug, dat zijn vader als erfgoed ten deel gevallen was en eerder van Willem Wouters Colenssoens, priester, was. Tevens geeft hij toestemming aan de zusters om de sloot en de gracht uit te diepen en de aarde uit te strooien op hun beemd om daar bomen te poten en om de sloot aan het einde, waar die in de grote sloot komt, te mogen vullen met aarde op voorwaarde dat het klooster het zal omheinen zodat Bartholomeus daar geen schade van ondervindt. Tevens mag het klooster de grote sloot beneden langs de boomgaard uitdiepen en de aarde op het erf van het klooster uitstrooien, op voorwaarde dat Bartholomeus aan zijn kant vijf voet zal behouden en het klooster niet dichterbij zal graven. i
Schepenen van Boxtel oorkonden dat Bartholomeus de Momboir, wettige zoon van Bartholomeus de Momboir, aan het convent en godshuis van de zusters van Sint-Elisabethsdal van de derde orde van Sint-Franciscus te Boxtel een sloot en een gracht beneden langs zijn erf heeft verkocht, oostwaarts van zijn huis en hovinge (te Boxtel) gelegen buiten de Oostwaartse brug, dat zijn vader als erfgoed ten deel gevallen was en eerder van Willem Wouters Colenssoens, priester, was. Tevens geeft hij toestemming aan de zusters om de sloot en de gracht uit te diepen en de aarde uit te strooien op hun beemd om daar bomen te poten en om de sloot aan het einde, waar die in de grote sloot komt, te mogen vullen met aarde op voorwaarde dat het klooster het zal omheinen zodat Bartholomeus daar geen schade van ondervindt. Tevens mag het klooster de grote sloot beneden langs de boomgaard uitdiepen en de aarde op het erf van het klooster uitstrooien, op voorwaarde dat Bartholomeus aan zijn kant vijf voet zal behouden en het klooster niet dichterbij zal graven.
notitie van Hans de Visser
De Oostwaartse brug is de Maastrichtse brug, zie J.J.E.M. de Visser, Boxtel: een heerlijkheid tussen twee heren ca. 1100 – 1652. Van hulde aan de keizer naar trouw aan de hertog (’s-Hertogenbosch 2013) 56, noot 1, en 64-66. Dit huis van Die Momboir krijgt later de naam ‘Huis te Brederode’. Tussen de zusters en de eigenaar van dit huis ontstaat in de zeventiende eeuw een slepend grensconflict met betrekking tot het pootrecht op de oever van de gracht langs de Sint-Nicolaasakker.
Peter Valkenaere, schepen van Boxtel
Hendrik van den Zande, schepen van Boxtel
Dirk de Visser, schepen van Boxtel
Gerrit Coppens, schepen van Boxtel
Peter van de Loo, schepen van Boxtel
Willem Laurenszn., schepen van Boxtel