Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik, zoon van wijlen Arnoud Hendrikszn., een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge verkocht heeft aan Elisabeth, weduwe van [***] Bevers, uit een stuk akkerland van drie lopen in de parochie van Boxtel, gelegen op Hal, tussen het erfgoed van het klooster van de Heilige Maria en Brigitta te Rosmalen, gelegen op het Coudewater, aan beide zijden en met het ene einde, met het andere einde strekkend naar de gemene plaats. De verkoper heeft waarschap beloofd, behalve voor de grondcijns van drie stuiver aan de heer van Boxtel.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gijsbert Heijm en Rudolf van Eijck. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Hendrik, zoon van wijlen Arnoud Hendrikszn., een jaarlijkse erfpacht van een mud rogge verkocht heeft aan Elisabeth, weduwe van [***] Bevers, uit een stuk akkerland van drie lopen in de parochie van Boxtel, gelegen op Hal, tussen het erfgoed van het klooster van de Heilige Maria en Brigitta te Rosmalen, gelegen op het Coudewater, aan beide zijden en met het ene einde, met het andere einde strekkend naar de gemene plaats. De verkoper heeft waarschap beloofd, behalve voor de grondcijns van drie stuiver aan de heer van Boxtel.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Gijsbert Heijm en Rudolf van Eijck.