Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat nadat Thomas, wettige zoon van wijlen Koenraad van Berse, de nastelmaker, een jaarlijkse erfrente van zes gouden kronen gekocht had van de stad ’s-Hertogenbosch op 14 juli 1470, en daarna Hendrik en Koenraad, broers, kinderen van wijlen Koenraad, zoon van wijlen Koenraad van Berse, deze erfrente voor henzelf en voor Gijsbert, zoon van wijlen Koenraad Snavel, hebben overgedragen aan Bartholomeus, zoon van wijlen Jan Mijssoen op 3 januari 1494, en deze rente met andere goederen bij erfdeling van de goederen van Jan, zoon van Bartholomeus, zoon van Jan Mijssoen, toegevallen was aan Willem, zoon van Bartholomeus Janssoen, op 21 februari 1590, dat laatstgenoemde Willem, deze erfrente heeft overgedragen aan Jan Janssoen Verheijen, bierbrouwer.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Dirk van Vechel en Godfried van Engelant. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat nadat Thomas, wettige zoon van wijlen Koenraad van Berse, de nastelmaker, een jaarlijkse erfrente van zes gouden kronen gekocht had van de stad ’s-Hertogenbosch op 14 juli 1470, en daarna Hendrik en Koenraad, broers, kinderen van wijlen Koenraad, zoon van wijlen Koenraad van Berse, deze erfrente voor henzelf en voor Gijsbert, zoon van wijlen Koenraad Snavel, hebben overgedragen aan Bartholomeus, zoon van wijlen Jan Mijssoen op 3 januari 1494, en deze rente met andere goederen bij erfdeling van de goederen van Jan, zoon van Bartholomeus, zoon van Jan Mijssoen, toegevallen was aan Willem, zoon van Bartholomeus Janssoen, op 21 februari 1590, dat laatstgenoemde Willem, deze erfrente heeft overgedragen aan Jan Janssoen Verheijen, bierbrouwer.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Dirk van Vechel en Godfried van Engelant.