Antoon, zoon van wijlen Willem Jans Reijnderssen, heeft aan Geerling Ruijs ten behoeve van Dirk van Kessel, secretaris van ’s-Hertogenbosch, de ‘Meyssenakker’ geschonken, gelegen te Boxtel, in Breukelen, tussen het erfgoed van [Andries Henricx] enerzijds en met het ene einde en tussen het erfgoed van Wouter Willem Dirkxz. anderzijds, strekkend met het ene einde aan de gemene straat; deze akker had hij van Adriaan, zoon van Huijbert Jan Beeckmans, als erfgenaam van Gerard Jan Beeckmans voor het ene deel bij koop verkregen, zoals in een schepenoorkonde van Boxtel d.d. 22 april 1620 staat, en voor het andere deel bij testament van Gerard. Antoon belooft aan Dirk van Kessel waarschap, behalve voor de jaarlijkse grondcijns die aan de heer van Boxtel moet betaald worden, voor een erfpacht van vier lopen rogge in een erfpacht van een mud rogge jaarlijks aan de Tafel van de Heilige Geest te Boxtel en voor een daalder jaarlijks aan Margriet, weduwe van Hendrik Antoon Schellekens.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Jan Bardoul en Godfried Loeff van der Sloot. i
Antoon, zoon van wijlen Willem Jans Reijnderssen, heeft aan Geerling Ruijs ten behoeve van Dirk van Kessel, secretaris van ’s-Hertogenbosch, de ‘Meyssenakker’ geschonken, gelegen te Boxtel, in Breukelen, tussen het erfgoed van [Andries Henricx] enerzijds en met het ene einde en tussen het erfgoed van Wouter Willem Dirkxz. anderzijds, strekkend met het ene einde aan de gemene straat; deze akker had hij van Adriaan, zoon van Huijbert Jan Beeckmans, als erfgenaam van Gerard Jan Beeckmans voor het ene deel bij koop verkregen, zoals in een schepenoorkonde van Boxtel d.d. 22 april 1620 staat, en voor het andere deel bij testament van Gerard. Antoon belooft aan Dirk van Kessel waarschap, behalve voor de jaarlijkse grondcijns die aan de heer van Boxtel moet betaald worden, voor een erfpacht van vier lopen rogge in een erfpacht van een mud rogge jaarlijks aan de Tafel van de Heilige Geest te Boxtel en voor een daalder jaarlijks aan Margriet, weduwe van Hendrik Antoon Schellekens.
Getuigen: schepenen van ’s-Hertogenbosch: Jan Bardoul en Godfried Loeff van der Sloot.