Richard van Vlierden, schout, Jan Jans Roeffen en Aart Ansems Hoppenbrouwers, schepenen van Boxtel, verklaren dat zij op verzoek van broeder Jacob Ridderbeeck, pater van het Clarissenklooster te Boxtel, gezien hebben dat op de graafzijde van de Sint-Nicolaasakker, die toebehoort aan het klooster, jong schaarhout uitgetrokken en geworpen is alsmede dorre takken die in de gracht afgebroken waren. i
Richard van Vlierden, schout, Jan Jans Roeffen en Aart Ansems Hoppenbrouwers, schepenen van Boxtel, verklaren dat zij op verzoek van broeder Jacob Ridderbeeck, pater van het Clarissenklooster te Boxtel, gezien hebben dat op de graafzijde van de Sint-Nicolaasakker, die toebehoort aan het klooster, jong schaarhout uitgetrokken en geworpen is alsmede dorre takken die in de gracht afgebroken waren.