Het doel van de stichting is 'het levendig houden van de herinnering aan de Brabanders die gevallen zijn voor het vaderland in de oorlog 1940-1945 of bij het herstellen van rust en orden in Indonesië'. Dit doel zal worden nagestreefd door:
-het oprichten en in stand houden van een monument;
-het houden van herdenkingsdagen;
-het doen van al datgene wat het nastreven van het doel kan bevorderen. Enkele statutenwijzigingen volgen in 1979 en 1995. Tevens wordt een Steunfonds opgericht.
De voorgeschiedenis van de stichting
De eerste initiatieven tot een monument voor gesneuvelde Brabanders zijn genomen vanuit 'Brabantia Nostra'. Dit is een beweging die in de jaren '30 tot stand is gekomen met als doel de Brabantse bevolking bewust te maken van haar culturele eigenwaarde, haar betekenis voor het land en van haar rijke tradities.
In Waalre stond in de jaren dertig een in verval verkerend 12e eeuws kerkje: Het Sint-Willibrorduskerkje. De restauratie van het kerkje was al in gang gezet o.l.v. architect H. Valk toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Tegen het einde van de restauratie begint het bestuur van 'Brabantia Nostra' na te denken over de bestemming van het kerkje. Vanuit Brabantia Nostra wordt een commissie gevormd die uiteindelijk zal leiden tot de oprichting van bovengenoemde stichting. Drijvende kracht hierachter was G.P.J. Bannenberg, toenmalig legeraalmoezenier, pastoor in Tilburg en oud-kapelaan van Waalre. Later is hij ondermeer kanunnik van het kathedraal kapittel van Sint-Jan en promoveert hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Het Willibrorduskerkje in Waalre zal na de Tweede Wereldoorlog hét provinciaal monument worden voor Brabanders die in die oorlog zijn gesneuveld, als militair of verzetrsstrijder. De eerste herdenking vindt plaats op 28 oktober 1945, een jaar na de bevrijding van Brabant in het bijzijn van generaal H. Winkelman, luitenant-generaal J. baron van Voorst tot Voorst en waarnemend Commissaris der Koningin in Noord-Brabant T.Smits van Oyen. Dit alles onder leiding van de eerste voorzitter G. Bannenberg.
Een levend monument
Omdat de eregalerij digitaal is, kan deze ideaal dienen als levend document. De namen, verhalen en gegevens zijn niet in steen gebeiteld. Dat wil zeggen: ook na de presentatie in september 2019 blijft er ruimte voor aanvullingen en correcties, zodat de eregalerij altijd actueel blijft. Immers kan nieuw onderzoek tot nieuwe inzichten leiden. Helaas betekent dit ook dat er in de toekomst ook nieuwe oorlogsslachtoffers aan de galerij toegevoegd kunnen worden...
Op de eregalerij zijn de gegevens verzameld van de ruim 2100 slachtoffers die bij het BHIC in beeld zijn. Allemaal hebben ze een verhaal en staan ze genoemd met de gegevens die bij ons bekend zijn. Van ruim 1000 slachtoffers kunnen we bovendien een of meerdere foto's laten zien. Op die manier zorgen we ervoor dat we niet alleen namen herdenken, maar ook de personen erachter. Immers waren het allemaal op de eerste plaats mensen; vaders, zoons, broers en vrienden die plots aan het leven zijn ontrukt. Velen van hen stonden voor moeilijke keuzes, anderen hebben onvoorstelbaar geleden. Allemaal verdienen ze het dat hun verhaal verteld wordt, hoe heldhaftig of bescheiden ook.
Voor de selectie van oorlogsslachtoffers die in de eregalerij geplaatst zijn, hebben we een aantal criteria opgesteld. Tot de doelgroep van de eregalerij worden de Noord-Brabanders gerekend die:
-tijdens de Tweede Wereldoorlog als militair of verzetspleger zijn omgekomen voor de Nederlandse vrijheid;
-zijn geëxecuteerd door een vijandelijke mogendheid na feitelijke of vermeende verzetsactiviteiten door derden (inclusief represailleslachtoffers);
-zijn omgekomen bij de verdediging van Nederlands-Indië en Nederlands-Nieuw-Guinea tegen de Japanse bezetting en tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd;
zijn omgekomen tijdens militaire missies binnen VN- en NAVO-verband.
-het gaat om een militair, verzetspleger of geëxecuteerde burger;
-de militair, verzetspleger of geëxecuteerde burger was betrokken bij oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog, of bij de militaire operaties van de VN en NAVO;
-de betreffende persoon was geboren en/of woonachtig in een (op dat moment) Noord-Brabantse plaats. De laatst bekende woonplaats hoeft overigens niet in Noord-Brabant te liggen;
-de betreffende persoon is gesneuveld (militair) of omgebracht (verzetspleger of geëxecuteerde burger);
-de betreffende persoon is overleden aan de gevolgen van een ongeval of ziekte, opgelopen tijdens uitoefening van de (militaire) functie in een oorlogssituatie of tijdens verzetsactiviteiten;
-de betreffende persoon (militair of verzetspleger) is overleden aan de gevolgen van verblijf in een concentratie- of interneringskamp.
- burgerslachtoffers, voor zover zij niet zijn geëxecuteerd (bijvoorbeeld slachtoffers van bombardementen);
-slachtoffers van de Holocaust/Shoah, voor zover het geen militairen of verzetsplegers waren;
-niet-militaire slachtoffers van dwangarbeid (bijvoorbeeld slachtoffers van de Arbeitseinsatz);
-niet-Brabanders die in de provincie zijn omgekomen. Het gaat hierbij om de Nederlanders die niet geboren én nooit woonachtig waren in een Noord-Brabantse gemeente;
-buitenlandse militairen die in Noord-Brabant zijn gesneuveld (bijvoorbeeld geallieerde soldaten);
-militairen die zijn overleden buiten een oorlogssituatie (bijvoorbeeld slachtoffers van de Herculesramp);
-militairen die vanwege desertie zijn geëxecuteerd;
- (oud)-soldaten en (oud)-verzetsstrijders die na de oorlog zijn overleden als gevolg van een natuurlijke doodsoorzaak, of een oorzaak die geen direct verband houdt met oorlogshandelingen.
Voor de volledigheid geven we hier ook de groepen die categorisch zijn uitgesloten:
-militairen in vijandelijke krijgsdienst;
- burgers die doelbewust en bewezen een vijandelijk belang hebben gediend.
Dankzij de heemkundekringen, nabestaanden en andere belangstellenden is er al veel informatie voor de eregalerij verzameld. Er zijn in juni 2018 ca. 1900 oorlogsdoden volgens een artikel in het Brabants Dagblad van 6-6-2018 (zie inv.nr. 13). Toch zijn er nog altijd honderden slachtoffers die geen gezicht hebben, of waarvan we weinig weten. Heb je dus een foto of nieuwe informatie over één of meerdere van deze slachtoffers, of denk je dat er iemand nog ontbreekt? Laat het ons weten! Help ons, zodat we de eregalerij zo volledig mogelijk kunnen maken. Mail: info@brabantsegesneuvelden.nl