Arnoldus Rover, Arnoldus Hackenem en Theodericus, zonen van Wellinus Rovers, hebben verklaard voor schepenen van 's-Hertogenbosch een erfdeling gemaakt te hebben, waarbij een hoeve geheten tGoet ten Hove in Son, ter plaatse geheten Anschot, aan Arnoldus komt; een huis en tuin in de vrijdom van 's-Hertogenbosch, ter plaatse geheten Poeldonk, aan den Yvenlairschen Dijck en de helft van een hoeve geheten Ollant in Son, ter plaatse geheten Die Hoeven, aan Theodericus komt; een hoeve geheten tGoet ter Borch in de vrijheid van Oisterwijk met twee watermolens daarop aan Arnoldus van Hackenem komt; op voorwaarde dat Arnoldus Rover en Theodericus uit hun delen een aantal erfcijnzen en -pachten betalen aan diverse personen.
Arnoldus Rover, Arnoldus Hackenem en Theodericus, zonen van Wellinus Rovers, hebben verklaard voor schepenen van 's-Hertogenbosch een erfdeling gemaakt te hebben, waarbij een hoeve geheten tGoet ten Hove in Son, ter plaatse geheten Anschot, aan Arnoldus komt; een huis en tuin in de vrijdom van 's-Hertogenbosch, ter plaatse geheten Poeldonk, aan den Yvenlairschen Dijck en de helft van een hoeve geheten Ollant in Son, ter plaatse geheten Die Hoeven, aan Theodericus komt; een hoeve geheten tGoet ter Borch in de vrijheid van Oisterwijk met twee watermolens daarop aan Arnoldus van Hackenem komt; op voorwaarde dat Arnoldus Rover en Theodericus uit hun delen een aantal erfcijnzen en -pachten betalen aan diverse personen.