Schepenen van Tuil oorkonden dat Cornelis Florisssen, Jan Dirckssen en Jacop Jan Cockzoen als voogden van hun vrouwen verkocht hebben aan broeder Mathijs Herberen ten behoeve van de kartuizers in Vught de akte waardoor deze akte gestoken is.
Schepenen van Tuil oorkonden dat Cornelis Florisssen, Jan Dirckssen en Jacop Jan Cockzoen als voogden van hun vrouwen verkocht hebben aan broeder Mathijs Herberen ten behoeve van de kartuizers in Vught de akte waardoor deze akte gestoken is.