Johan van Sente Goricx, ridder, heer van Boxem en Hobbergen, en zijn echtgenote vrouwe Margriet van Herlar oorkonden dat broeder Thomas van Dryell, procurator van het klooster van Sint-Sophia buiten 's-Hertogenbosch, hun beloofd heeft te betalen 585 rijnsgulden op Kerstmis of Lichtmis aanstaande volgens een arbitrale uitspraak en op grond van de schuldbrief, bezegeld door het klooster en Bartold Back, heer van Asten, en dat hij daarvan nu 243 rijnsgulden en 5 stuiver betaald heeft, deels aan Gerit van den Laer, deels aan Dirck en Arnt van Hemert, en deels aan Johan en Margriet zelf.
Johan van Sente Goricx, ridder, heer van Boxem en Hobbergen, en zijn echtgenote vrouwe Margriet van Herlar oorkonden dat broeder Thomas van Dryell, procurator van het klooster van Sint-Sophia buiten 's-Hertogenbosch, hun beloofd heeft te betalen 585 rijnsgulden op Kerstmis of Lichtmis aanstaande volgens een arbitrale uitspraak en op grond van de schuldbrief, bezegeld door het klooster en Bartold Back, heer van Asten, en dat hij daarvan nu 243 rijnsgulden en 5 stuiver betaald heeft, deels aan Gerit van den Laer, deels aan Dirck en Arnt van Hemert, en deels aan Johan en Margriet zelf.