Schepenen van Rhenoy oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Zevenbergen, als voogd en echtgenoot van vrouwe Aleid Pieck, weduwe van heer Arnt van Harler, ridder, om God en het zieleheil van Arnt en hun beide, geschonken heeft aan broeder Thomaes van Driel, procurator van het klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en convent, in Rhenoy 5 morgen en 4 en een halve hond op Dat Corte Sant, 4 morgen in Die Cleine Hoycamp, 9 en 5 morgen in Die Karbeels Camp, 6½ morgen geheten Den Corte Camp, 14 morgen in Den Groete Molencamp, 6½ morgen geheten Den Hoge Molencamp, 5, 5, 5, 2½, 5 en 5 morgen in Boshuysen en 14 morgen in Screvenbroeck.
Schepenen van Rhenoy oorkonden dat Gerit van Strijn, broeder tot Zevenbergen, als voogd en echtgenoot van vrouwe Aleid Pieck, weduwe van heer Arnt van Harler, ridder, om God en het zieleheil van Arnt en hun beide, geschonken heeft aan broeder Thomaes van Driel, procurator van het klooster van Sint-Sophia in Vught, ten behoeve van prior en convent, in Rhenoy 5 morgen en 4 en een halve hond op Dat Corte Sant, 4 morgen in Die Cleine Hoycamp, 9 en 5 morgen in Die Karbeels Camp, 6½ morgen geheten Den Corte Camp, 14 morgen in Den Groete Molencamp, 6½ morgen geheten Den Hoge Molencamp, 5, 5, 5, 2½, 5 en 5 morgen in Boshuysen en 14 morgen in Screvenbroeck.