Broeder Heynrick die Vroede, prior van convent en gesticht van Sint-Sophie in Constantinopel in Vught, heeft beloofd aan jonker Gherijt van Strijen, broeder tot Zeevenberghen, wegens bewezen en nog te bewijzen weldaden na de dood van vrouwe Alijt Pieck van Herlar hem te laten gebruiken het huis dat gelegen is op de Dyese buiten de gracht die om de cellen gaat aan het klooster in Vught met de inboedel die vrouwe Alijt daarvoor bestemd heeft. Het klooster zal er de jonker met twee knechten in huisvesten met kost en inwoning en een kwart rijnwijn per dag als hij er daadwerkelijk verblijft. Op zijn verzoek zal het klooster borg voor hem staan voor schepenen van 's-Hertogenbosch. Broeder Gherijt, prior van Monnikhuizen en eerste visitator van de provincie zegelt samen met prior Heynrick.
Broeder Heynrick die Vroede, prior van convent en gesticht van Sint-Sophie in Constantinopel in Vught, heeft beloofd aan jonker Gherijt van Strijen, broeder tot Zeevenberghen, wegens bewezen en nog te bewijzen weldaden na de dood van vrouwe Alijt Pieck van Herlar hem te laten gebruiken het huis dat gelegen is op de Dyese buiten de gracht die om de cellen gaat aan het klooster in Vught met de inboedel die vrouwe Alijt daarvoor bestemd heeft. Het klooster zal er de jonker met twee knechten in huisvesten met kost en inwoning en een kwart rijnwijn per dag als hij er daadwerkelijk verblijft. Op zijn verzoek zal het klooster borg voor hem staan voor schepenen van 's-Hertogenbosch. Broeder Gherijt, prior van Monnikhuizen en eerste visitator van de provincie zegelt samen met prior Heynrick.