Schepenen van Beesd oorkonden dat heer Walraven Pyeck, ridder, heer van Wolfswaard, Ott Pyeck van Ackoy, broers, en hun zuster joffer Adriaen van Erp overgedragen hebben 'om Goits willen ende om zalicheit hoerre zielen' aan broeder Henric die Vroede, prior van het klooster van Sint-Sofie in Vught, het vierde deel van de goederen in Beesd die zij zullen erven van hun zuster Alijt Pyeck, echtgenoot van Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberghen, weduwe van heer Arnt van Herler, ridder.
Schepenen van Beesd oorkonden dat heer Walraven Pyeck, ridder, heer van Wolfswaard, Ott Pyeck van Ackoy, broers, en hun zuster joffer Adriaen van Erp overgedragen hebben 'om Goits willen ende om zalicheit hoerre zielen' aan broeder Henric die Vroede, prior van het klooster van Sint-Sofie in Vught, het vierde deel van de goederen in Beesd die zij zullen erven van hun zuster Alijt Pyeck, echtgenoot van Gerit van Strijn, broeder tot Sevenberghen, weduwe van heer Arnt van Herler, ridder.